Nu ik ben ‘wakker’ geworden uit de ‘winterslaap’ , pik ik de draad weer op van het af en toe een blogbericht schrijven. Matthijs en ik hebben – zoals de afgelopen jaren de gewoonte was – eind januari weer gekoppeld. De eieren van zijn kwekers kwamen weer naar mijn vlieghok, waar ze vooral onder de jaarlingen werden gelegd.. Die brachten dus de 1e ronde van de kwekers groot en ook nog een paar koppels van de oudere vliegduiven. De tweede ronde zijn door de kwekers zelf grootgebracht
Er zitten nu ruim 60 jongen in het hok, inclusief 4 jongen die uit eitjes op een bon van Arjan Blom kropen. Ik heb veel betere ervaringen met jongen uit eieren verkregen op bonnen dan met rechtstreekse jongen. Zo is er ook een aantal koppels eieren van mijn jaarling overnachtduiven verhuisd naar een Friese liefhebber. Ik heb er wel vertrouwen in dat hij ermee zal slagen, want ze komen uit goed soort en de man weet van wanten. De eerste aanpassing van mijn ‘systeem’ die ik wil beschrijven is de volgende: Dat het raadzaam is om jonge duiven te leren drinken in de mand, is alom bekend. Voorheen probeerde ik dat te doen, wanneer de jongen ongeveer 10 weken oud waren. Nadeel daarvan is , dat in die periode juist coli – mede door de stress van de mand – vaak de kop opsteekt. Deze winter heb ik één van mijn ruime manden (Jim van Ingen) zodanig aangepast, dat er niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de zijkanten drinkgootjes opgehangen kunnen worden. Die mand staat nu al enkele weken midden in het hok, op de grond. Overdag is de mand vrij toegankelijk.
Ik heb de eerste ronde verdeeld in 3 groepen van 10 a 11 stuks, door ze een gekleurd knijpringetje om te doen. Vanaf het moment van spenen heb ik voor elke nacht die drie ploegen beurtelings in de mand gezet. Wennen aan de mand hoeft ze nu niet meer geleerd te worden. Drinken kunnen ze ’s ochtends alleen vanuit de mand. Ook de andere jongen kunnen erbij. Ik probeer dat nog te bevorderen door die ploeg ook in de mand te voeren. Even later worden de overige jongen in de voerbak gevoerd. Bijkomend voordeel is, dat ik de jongen nu elke week wel een paar keer in de hand krijg. Ruim twee weken ben ik zo met die drie ploegen bezig geweest. Een weekje geleden is ook de tweede ronde ingestroomd en die ondergaat nu dezelfde training . Over een week of 3 ga ik de ploegen iets groter maken, zodat ik een ploeg minder krijg. Als dat een beetje loopt, wil ik de toegang tot de drinkgoten van buiten afschermen en de jongen zo te leren om alléén te drinken vanuit de mand. Uit praktische overwegingen zal die dan onder de zitplekken van de jongen gehangen zal worden.
De tweede aanpassing betreft het langer op weduwschap inspelen van de duiven en de praktische gevolgen daarvan. Hierboven schreef ik dat de overjarige duiven wel waren mee gekoppeld, maar dat die na 6 dagen broeden weer gescheiden zijn. Voorgaande jaren liet ik ze nóg wel een keer op eieren komen. Dat is wel zo bevorderlijk voor de rust op het hok. Maar dit jaar heb ik ervoor gekozen om de motivatie – hopelijk – wat op te voeren door ze pas weer te koppelen op het moment dat ze op stand gebracht moeten worden voor hun eerste dagfondvlucht, dan wel overnachtfondvlucht. Praktisch probleem is hier wel, dat ik niet een apart hok heb om de duivinnen in die periode in te stoppen. Daarom zitten de duivinnen nu ’s nachts in het hok en overdag in de ren vóór het hok, terwijl de doffers dus ’s nachts in de ren zitten en overdag in het hok. Maar… als je dan ook nog wilt verduisteren tot in mei, dan moet daar ook weer een oplossing voor gevonden worden. Die zie je dus op deze laatste foto:
Ik hoop dat het al die moeite waard blijkt te zijn, want het is best wel omslachtig, ook voor de duiven. Maar als ik zie dat mijn duiven op de twee africhtingsvluchten en de eerste vitessevlucht goed naar huis zijn gekomen en dat er nog geen duif verspeeld is, dat heb ik er wel vertrouwen in. Niettemin: rond 5 mei wordt er weer gekoppeld: De meeste dagfondduiven en de jaarling overnachters, die ook eerst naar de dagfond gaan. Een weekje later zijn de Limogesgangers aan de beurt en nog later een paar koppels voor Sint Vincent. Dan is alles weer veel overzichtelijker. Kiek’n wat ét wördt!!
In deze donkere dagen zit ik nog wel eens te snuffelen in bestanden en paperassen van vroeger. Daarbij stuitte ik op een aantal foto’s van duivenhokjes en -hokken. Sinds ik in oktober 1981 met mijn vrouw kwam te wonen op ons huidige adres, hebben daar duivenhokjes in allerlei vormen en maten gestaan. Dat komt ervan als naast de duivensport het timmeren een grote hobby van je is.
U bent gewend, dat ik mijn blogberichten -als het even kan – doorspek met veel foto’s of andere afbeeldingen. In dit blogbericht heb ik de verhouding tussen tekst en beeld juist omgekeerd: Minder woorden, veel beelden. Ik hoop dat u ervan kunt genieten.
Terwijl ik nog volop meedraaide in de combinatie Jac. Kok en Zonen had ik al snel het verlangen in eigen tuin enkele duifjes te houden. Begin 1982 werd een kotje voor 2 koppels duiven gemaakt en tegen de muur van de berging gehangen. Aan de inrichting van de tuin werd nog druk gewerkt.In 1987 werd de knoop doorgehakt: Ik stapte uit de combinatie en begon met duiven te vliegen vanaf mijn eigen adres. Het hok heb ik bij mijn vader in de schuur in schotten opgebouwd. Op de foto ben ik met mijn broer Gerard, mijn vader en mijn schoonvader bezig het geheel in elkaar te zetten.Deze foto zal ongeveer uit 1990 dateren. Het hok was toen 2.80 m lang en 1.95 m breed.De ruimte achter ons huis is maar 7 meter breed en 8 meter diep. Daar staat linksachter ook nog een berging op. Ik speelde in die tijd het weduwschapspel. Al gauw moest het probleem van de huisvesting van de weduwduivinnen opgelost worden. Daartoe werden onder de 2 kotjes 6 kleine hokjes gebouwd, die met een rolhor konden worden afgeschermd. Dat tuinieren mijn derde hobby is, blijkt wel uit het verschil tussen deze foto en de allereerste. Deze foto dateert ongeveer uit 1992, waarop Matthijs ongeveer 7 jaar is. De allereerste kotjes zijn naar beneden toe met nóg eens 2 kotjes uitgebreid. Bovendien heeft het geheel ‘vleugels’ gekregen. Zo was er plaats voor 6 koppeltjes. Helemaal onderaan was nog ruimte voor duivinnen. Bovendien is hier te zien dat het oorspronkelijke ‘grote’ hok verlengd is met 1.20 m. In deze tijd speelde ik het hele programma, en ik mag wel zeggen: niet onverdienstelijk. Hoogtepunt was wel het kampioenschap 1eGeneraal Aangewezen Afdeling Zwolle, met 1100 leden!! Op een van de kotjes woonde de duifkampioen generaal van kring 2.Het dode hoekje rechtsvoor het grote hok, vlak bij de deur werd benut om er 3 kweekkoppels te huisvesten. Bovenin huisde de in die tijd bekende PITBULL. Hij was de vader was het ROOD RAKKERTJE (10e Nationaal Montpellier tegen 7856 duiven en haar broer REDBULL (8e Nationaal Cahors tegen 9344 duiven) Omdat Matthijs ook graag jeugdlid wilde worden, werd het grote hok verdeeld in 3 afdelingen. Van links naar rechts: de weduwnaars van mijzelf, 6 weduwnaars van Matthijs en de jonge duiven. Eén van Matthijs’ weduwnaars, gekocht op de duivenmarkt in Lier, werd Duifkampioen Vitesse in de kring. De kotjeswand werd danig aangepast en eronder werden de natoerjongen gehuisvest.Tenslotte een foto van de huidige situatie. Sinds 2008 wordt er nestspel gespeeld, zowel op de dagfond als op de middaglossing. Linksachter zitten al enkele jaren de dagfondduiven. In 2012 heb ik een ren voor het grote ren geplaatst. Een paar jaar geleden heb ik die nog aangepast, zodat de valkleppen in het dak van de ren ingebouwd werden en ik ook in de ren kan lopen. Sinds 2022 zitten de duiven voor de middaglossing rechts. Sinds 2022 worden er ook geen natoerjongen meer gekweekt en huizen de vroege jongen op het hok links op de voorgrond.Zonder woorden……
De rui vordert ook hier flink. Hoewel duiven in de rui wat vatbaarder voor ziektes zijn, lijken de duiven hier gelukkig nog gezond. Op één doffer met een nat oog na. Die laat ik gewoon uitzieken. De duiven krijgen nu twee keer per week een bad. Omdat de meeste al vrijwel door de rui zijn en ik ze niet wil laten aanvetten, meng ik nu 10 % gerst door het voer. Als ze dat laten liggen, is dat een teken dat ze genoeg gegeten hebben. De charme van de duivensport in deze maand vind ik vooral het beoordelen van de lichting 2022 in hun nieuwe pak. Ik heb een mooi stel goed afgerichte jongen overgehouden en regelmatig pak ik er een paar om ze te beoordelen:
Hoe is de uitstraling van het oog? Kleur, kweekoog of vliegoog? Kleine pupil? Pupil naar voren gericht?
Hoe voelt de rug aan? Loopt die vanuit de romp mooi door? Zijn de stuitbeentjes gesloten?
Is de voorarm van de vleugel mooi kort? Met mijn ringvinger meet ik de afstand tussen romp en gewricht.
Spieren? Het lukt mij niet om zogenaamde lange of korte spieren te voelen. Wel voel ik graag een duif met een stevige body.
DUIVENKEURING
Altijd fijn om andermans mening over jouw duiven te horen.
Een poosje geleden ben ik met Matthijs met de ploeg jongen en een aantal oude duiven naar Gert Jan Beute geweest om ze te laten keuren. De ouden kwamen erg goed uit de bus: de meeste duiven met 8- t/m 8+ en enkele met 8 ½ . De jonge duiven bleven daar iets bij achter, maar Gert Jan zei, dat je bij hun waardering volgend jaar een kwart punt kunt optellen. Een van de uitschieters was de Red Once , die we vorige winter hebben aangekocht bij Gebroeders Limburg. (zie stamkaart) Hij scoorde een 8 ½ . We kweekten er 4 vroege jongen uit en die zijn er nog alle vier. Zij scoorden 8 ½ 8 ½ , 8+ en 8- . Red Once stond de eerste ronde gekoppeld aan Pipa, de moeder van Limogeswinnares Lucky . Tijdens de tweede ronde stond hij gekoppeld aan Lobke, onze beste Rekker-Westraduivin. We zijn erg benieuwd wat dit viertal in 2023 gaat laten zien.
PRIJSUITREIKINGEN
Met een zeer geslaagd marathonseizoen achter de rug staan er mij nogal wat prijsuitreikingen te wachten. Ik ben daar in principe niet zo’n fan van sinds ik een gehoorbeschadiging heb opgelopen. Ik heb inmiddels wel 2 gehoorapparaten, maar in een grote groep mensen zijn ze meer tot last dan tot gemak. Toch ben ik inmiddels met Matthijs naar de prijsuitreiking van Marathon Noord geweest. Voordeeltje was dat we aan ronde tafels zaten, zodat je buurman automatisch al wat naar je toe gekeerd was. Wat hebben die mannen ( en vrouwen!!) hun zaakjes goed voor elkaar! De nogal vele huldigingen werden in vlot tempo uitgevoerd, waarbij bleek dat de ceremoniemeester zich erg goed had voorbereid. Ik mocht een mooie cheque ter waarde van €933 ontvangen. Dat was een deel van de E-Bike/fietsenpoule, gewonnen door Going Home (halfzus Lucky) op de zeer zware Cahors. In december volgen nog de prijsuitreikingen van Afdeling 8 en van de Noordelijke Unie.
In goed gezelschap met dhrn. Van Doorn, Zwiers, Brinkman en Steenbeek. Ook mijn broer Gerard was van de partij. Hij had de eerste Marathon Noordduif op Perpignan.
JESPER
In mijn allereerste blogbericht heb ik jullie voorgesteld aan Jesper Hollander, een jongeman van – toen – 20 jaar oud. Hij is een oud leerling van mij. Hij was toen net met de duivensport begonnen en ik vertelde in dat bericht onder andere, dat hij het echt in de vingers leek te hebben. Dit seizoen heeft hij het overgrote deel van de vluchten meegedaan, niet onverdienstelijk. Enkele keren was hij eerste in de B-poule. Ook aan de taartvluchten in ’t Harde deed hij mee. En ja hoor: op 15 oktober vloog hij zijn eerste échte 1e prijs, tegen 29 liefhebbers en 310 duiven! Leuke bijkomstigheid voor mij was, dat de winnende duif uit een ei kwam, dat hij van mij kreeg. Haar grootouders zijn: Blue Surprise, Alexia, Viktor en Nora. Een geslaagde koppeling van de BS-lijn op de duiven van Johan de Vries.
TENSLOTTE
Er breekt nu een nogal rustige tijd aan op het kweekhok en het vlieghok. Koppelen doen we waarschijnlijk weer in de 3e week van januari. Wel vinden we het leuk verkoopsites te volgen. Zodoende kwamen we ook op het spoor van onze laatste aankoop. Het is een zuivere Rekker-Westraduif. De vader is sterk ingeteeld naar de Zanzibar van Auke en Marijke. De moeder is ingeteeld naar de Roos. Het doffertje heeft de kleur vooral van grootvader Zanzibar geërfd.
Een week geleden is het officiële vliegprogramma geëindigd. Ieder jaar geeft dat bij mij ongeveer hetzelfde gevoel: Van de ene kant vind ik het jammer dat we nu een half jaar moeten wachten voordat we onze duiven weer van een wedvlucht kunnen zien aankomen. Van de andere kant ben ik toch ook blij dat de druk van de ketel is en dat we in een wat rustiger levensritme de herfst en winter door kunnen komen.
De weergoden waren ons in 2022 over het algemeen goed gezind. Al in het voorjaar was het opvallend dat er vaak kopwind was. Het hele seizoen hebben onze duiven vrijwel wekelijks hard moeten werken om thuis te komen. Het leek een jaar te worden, waarin geen enkele vlucht werd uitgesteld naar de zondag, maar in de laatste 2 weken kwamen we toch nog op de koffie. Vooral de allerlaatste vluchtdag zal mij nog wel even heugen: Zowel de jonge duivenvlucht als de natoervlucht werd uitgesteld en vervolgens moesten op de zondag beide ook nog eens worden ingekort. Daarbij kwam nog eens, dat de duiven van beide vluchten tegelijk aankwamen, wat ik altijd jammer vind. In het clublokaal ging het seizoen vrijwel letterlijk als een nachtkaars uit: Met nog een klein aantal melkers kwamen we in de schemering aan om af te slaan en in het donker vertrokken we weer.
Een foto van circa 15 jaar geleden, waarop mijn vader en leermeester via fotoshop een plek heeft gekregen.
Ik ben niet zo van het stellen van doelen aan het begin van het seizoen, maar ik had me wel voorgenomen te proberen met de jonge duiven beter te gaan presteren. Het opnieuw indelen van de hokkenaccomodatie in de afgelopen winter was ook een onderdeel van dat streven. Daarom werd in augustus in het jonge duivenhok een tussenwandje met schuifdeur geplaatst om de jongen ‘op de deur’ te kunnen spelen. Wel, dat doel om beter te presteren is niet gehaald!! En ik ben er ook wel achter waarom niet: Allereerst bleek dat het hok eigenlijk te klein is om het ook nog eens in tweeën te delen. Het leverde de jonge duiven een paar weken stress op. De ruimtes werden te klein en het in- en uitvliegen door een nauwe opening was ook een nadeel. In Het Spoor lezend kreeg ik ook nog eens bevestigd wat ik al vermoedde: De jongen zijn geboren uit een koppeling in de derde week van januari. Gevolg was, dat ze niet paarlustig genoeg waren op het moment dat ze gescheiden werden. Daarom heb ik besloten ze volgend jaar gewoon vanaf het schapje te spelen. En in de laatste maand laat ik ze dan hun gang gaan, als ze willen gaan nestelen.
Eind vorig seizoen had ik ook besloten alleen maar vroege jongen te kweken en te gaan spelen, en geen latere jongen te kweken. Dat is me heel goed bevallen! De beschikbare hokkenaccomodatie wordt nu naar mijn mening optimaal gebruikt: Drie mooie ruimtes voor respectievelijk de dagfondduiven, de overnachters en de jonge duiven. Hoewel ook hier jonge duiven verloren gingen -eerste aan de coli en later op de africhtijgsvluchten – heb ik toch 30 jonge duiven overgehouden. Die hebben allemaal veel ervaring op kunnen doen. Vrijwel alle jonge duiven hebben tenminste tweemaal 2 nachten mand meegemaakt. Sommigen zelfs 3 of 4 keer. Een mooie aanvulling voor de vliegploeg 2023.
Vader van mijn eerst aankomende duiven van Limoges, Cahors en Bergerac dit jaar
De ruiperiode is inmiddels aangebroken, al wordt die bij de oude duiven nog even wat uitgesteld. Met name de dagfondduiven brengen namelijk momenteel een laatste ronde jongen van de kwekers groot voor de verkoop. Bij de dagfond zijn dat vrijwel allemaal blauwen, bij de overnachters is het een kleurrijk geheel.
Vooral het aandeel rode en vale duiven wordt steeds groter op mijn hok. Dat is te danken aan de duiven van de combinatie Rekker-Westra en van kweekdoffer De Bever. Die laatste is helaas niet meer op ons hok, maar ook dit jaar heb ik er nog 2 jongen van overgehouden. Enkele ingeteelde laatjes worden ook nog gereserveerd voor het kweekhok.
Uit halfbroer x halfzus uit de Bever. Wordt dit De Bever 2.0 ?
Afsluitend kan ik terugkijken op een enerverend vliegseizoen. Tegenvaller was wel het presteren van de dagfondploeg. Ik vind dat hok in vergelijking met het hok voor de overnachters wel wat te donker en wellicht te open. Daar wil ik de komende winter verandering in brengen.
Niet alleen ik, maar ook mijn broer Gerard heeft dit jaar flink aan de weg getimmerd op de marathonvluchten. Beiden staan we in onze Afdeling 8 en in de Noordelijke Unie bij de kampioenen. “Die Gebroeders Kok doen het goed,” werd afgelopen zomer wel eens gezegd. Wat wil je ook als je uit een echt duivenhoudersnest komt! Mijn vader Jaap en zijn broers Jennes en Derk hielden rond de Tweede Wereldoorlog al duiven en niet onverdienstelijk.
“Nu nog afwachten of mijn 7 strijders hier op Bergerac ook nog een happy end aan kunnen breien…” Zo eindigde mijn laatste blogbericht. Wel, een écht happy end werd het niet. Ten eerste omdat er van die 7 strijders zich weliswaar 5 op de uitslag vlogen, maar een echte kopduif helaas ontbrak. Ten tweede omdat een fout van mijn kant op Agen mij het 1e Kampioenschap onaangewezen in de afdeling heeft gekost! De aandachtige uitslagenlezer heeft wellicht al opgemerkt, dat ik op de uitslag van Agen op plek 83 sta, met daarbij genoteerd: 1/1. Dat betekent: 1 duif gezet en 1 duif geklasseerd. Echter, op de uitslagen van kring, het vlieggegbied en de Noordelijke Unie staat vermeld: 4/2. Dat betekent dus 4 duiven mee en 2 geklasseerd. Hoe kan zoiets gebeuren? Dat heb ik mij ook afgevraagd, maar al gauw bleek dat ik bij het instellen van mijn constateersysteem een black out heb gehad. Ik heb in niveau 4 (afdeling) helaas niet 4 maar 1 ingevuld. Daardoor is mijn eerst aangekomen duif -die mijn 2e getekende was – niet in de afdelingsuitslag opgenomen. Was alles goed gegaan, dan was die duif op plek 55 beland. Ik had dan 65 punten meer gekregen dan nu het geval is. Ik heb hierop nog reclame ingediend, maar die is helaas niet gehonoreerd. Dan denk je na Agen eerst: Die 65 punten, dat is niet zoveel. Het zal wel meevallen. Maar wat blijkt, nu de – door de vogelgriep nog steeds voorlopige!! – eindstand bekend is gemaakt: Ik heb een achterstand van slechts 34 punten op winnaar Nico Jan Koenders!!!!!
Maar ondanks deze bittere tegenvaller overheerst toch de trots op wat mijn duiven op 6 prachtige marathonvluchten hebben gepresteerd. Ik heb dat in een schemaatje gezet, kort maar krachtig, zodat de cijfers voor zichzelf spreken:
Prijzenoverzicht meerdaagse fond Het seizoen ben ik gestart met 12 nestkoppels. Eén doffer werd al gauw verspeeld, één duivin bakte er niets van en werd gestopt. In totaal werden op de 6 marathonvluchten de volgende aantallen duiven ingezet:
Ingezet
Aantal prijzen
Beste prijs
Aantal duiven
LIMOGES
7
4
1
6700
BERGERAC
4
2
14
979
RUFFEC
9
6
79
9617
CAHORS
5
3
9
3675
AGEN
4
3
154
3917
BERGERAC
7
5
212
2837
TOTAAL
36
23
Prijspercentage: 64 %
Slechts 2 duiven keerden niet terug naar huis, van Cahors
Op dit hok gebeurde het allemaal. En de start was overrompelend: hier ziet u op 4 juni 2022 LUCKY zitten, vlak voordat zij als 1e werd afgevlagd in de Noordelijke Unie tegen 6.700 d.
Dit alles resulteerde in de volgende kampioenschappen op de meerdaagse fond:
1e Kampioenschap Aangewezen Afdeling 8
3e Kampioenschap Onaangewezen Afdeling 8
5e Kampioenschap Aangewezen Noordelijke Unie
6e Totaalkampioenschap Noordelijke Unie
11e Kampioenschap Onaangewezen Noordelijke Unie
Het feit, dat ik vanaf de eerste vlucht bovenaan in de kampioenschapsstanden stond, heeft voor mij wel veel druk opgeleverd. Die druk leg ik mezelf grotendeels op, want ik wil eruit halen wat erin zit. Deze week heb ik gemerkt, dat de druk aardig van de ketel is. En dat is maar goed ook.
Hoe nu verder? Allereerst wordt er nog een ronde jongen gekweekt van alle kwekers en van de beste vliegduiven. Maar… voor de jonge duiven komen er nu de mooie vluchten aan. Geen zorgen meer om natoerjongen, maar lekker met de vroege jongen aan de slag. Ook hier zijn weliswaar verliezen te betreuren, maar ik mag nog niet klagen met nog circa 35 jongen op het hok. Deze week heb ik de schuifwand, die ik in de winter al had gemaakt, in gebruik genomen. Ik moet zeggen ,dat dat mij en ook de jongen stress heeft opgeleverd. Ze moesten erg wennen aan de opsplitsing van het hok en aan de kleine in- en uitvliegopening. Niettemin kwamen ze gisteren netjes naar huis, al bleek om half 8 dat de laatste haar poot had gebroken. Gelukkig heeft Nanne Wolff die direct kunnen spalken. Ik hoop op de eerste plaats dat de jongen goed naar huis komen, maar ook dat de dagfondjongen zich nu meer voorin de uitslag laten zien. Dat moet op onderstaand hok gebeuren…
Voor fondliefhebbers die geen ZLU spelen rest er nog maar één vlucht: Nationaal Bergerac. Daarvoor heb ik afgelopen dinsdag 7 duiven ingekorfd. De spoeling was wat dun geworden, omdat Nanne Wolff bij een paar duiven constateerde dat de vleugels respectievelijk de spieren niet goed aanvoelden. Daarbij was helaas ook Spirit, de enige duif die ik – na twee mooie prijzen – voor een derde keer wilde inzetten. Drie twee- en driejaarse duiven en vier jaarlingen moeten de eer nu verdedigen. In het vorig weekend werd Agen vervlogen. Het werd wederom een zware vlucht. Op veel plaatsen sloot het concours ’s avonds niet. Ik draaide 2 duiven mooi op tijd, maar niet helemaal in de kop. Niettemin was dat dat genoeg om mijn eerste plek in kampioenschapsstanden van Afdeling 8 te behouden. En om in beide standen van de Noordelijke Unie de 3e plek te bezetten. Gelukkig keerde dinsdag mijn vierde en laatste duif terug. Dat bezorgt mij de luxe, dat van al die 5 marathonvluchten slechts 2 duiven zijn achtergebleven.
Aansluitend op de duiven van Agen moesten de duiven van Nationaal Issoudun pas in de avond thuiskomen. In de week vóór inkorving heb ik er serieus over gedacht om aan deze vlucht helemaal niet mee te doen. Daar gaven de resultaten van die voorgaande vluchten alle aanleiding toe. Ook de intensiteit van het trainen van de duiven leek verdwenen. En zeker mijn motivatie. Halverwege de week bedacht ik dat ik toch nog 4 tweejaarse doffers zou zetten en op de inkorfdag besloot ik alsnog een klein jaarling duivinnetje te zetten, omdat die de voorlaatste 2 vluchten toch wel iets had laten zien. Een gezellige barbecue met Matthijs en zijn gezin vormde voor mij de overgang tussen Agen en Issoudun. Tien minuten nadat we alles hadden opgeruimd, Matthijs en zijn gezin waren vertrokken naar huis en ik zonder veel vertrouwen was gaan zitten wachten, kwam er een blauw duifje naar de punt van ons huis toe fladderen. Ik vermoedde dat het een nagekomen jong was. Of zou het toch… Toen ze naar beneden dook was het de vraag: Gaat ze linksaf naar het jongenhok of rechtsaf naar het dagfondhok?? En zowaar, ze ging rechtsaf!! Ik had de kloktijd van Eijerkamp gezien en begreep dat dit toch een leuke tijdduif moest zijn. Maar uiteindelijk was het zelfs goed voor een heuse teletekstplaats in afdeling 8 Noord. Al redelijk vlot daarna ( gezien het stroeve verloop) volgden twee broers, de 50 en de 51. Mijn club De Postduif, Kampen fungeerde als Nationaal inkorfcentrum en er hadden ook enkele Genemuider liefhebbers ingekorfd. Mijn duiven winnen daar de 1e, 6e en 10e prijs tegen 244 duiven! Het eerste duivinnetje heb ik maar ’t KLEINE BLAUWTJE genoemd, want kleiner dan zij zitten er niet in het dagfondhok. Ze komt uit twee rechtstreekse duiven van clubmaat Johan de Vries. De vader van de beide broers komt ook van Johan! Zie stamkaarten.
Tot mijn grote verrassing kwam daar nog eens bij , dat ik dinsdagavond werd gebeld door de hoofdredacteur van Het Spoor, die mij meedeelde dat ik van Issoudun de 1e Grootmeester in Afdeling 8 ben geworden. Een prachtig kampioenschap vind ik dat! Zo kreeg de dagfond toch nog een happy end.
De overnachtfond is eigenlijk van de eerste tot de vijfde vlucht voor mij een feest geweest. Nu nog afwachten of mijn 7 strijders hier op Bergerac ook nog een happy end aan kunnen breien………
De oude duiven hebben intussen al ruim de helft van het vliegseizoen erop zitten. Op 9 juli had ik zowel op een dagfond- als op een overnachtfondvlucht duiven mee. En de tendens die zich in de afgelopen maanden al liet zien, zette zich voort. Dat betekent , dat het met de dagfond nog steeds niet wil vlotten. Ik heb daarom meteen die duiven weer gekoppeld in de hoop er nog een aantal op verse eieren op de laatste vlucht te kunnen spelen.
Maar….. ook op de overnachtfond zette de tendens van de eerdere vluchten zich voort! Die werd mooi weergegeven in de kampioenschapsstanden van de Noordelijke Unie. Na de vluchten Limoges, Bergerac en Ruffec kon ik dik tevreden zijn:
Vijf duiven gingen mee naar Cahors voor een terugreis van 1017 km. Een halfzus van LUCKY, de winnares van Limoges, ging als eerstgetekende de mand in, omdat ze van die Limoges netjes als mijn 3e duif werd afgevlagd én omdat ze er piekfijn op stond. Naar gelang de lossingsdag dichterbij kwam steeg de spanning: Zou het mij lukken wéér in de kop van de uitslag te draaien? Zou ik die mooie kampioenschapsstand kunnen verdedigen??
Het antwoord kwam 24 ½ uur na de lossing. Toen landde mijn eerstgetekende op de valklep, juist op het moment dat ik even de keuken wilde binnenstappen. Verbazing, ongeloof, bewondering waren de gevoelens die door me heen gingen.
Ik heb haar de naam GOING HOME gegeven. Het is de titel van een prachtig nummer van Dire Straits, een van mijn favoriete bands. Dit nummer zou het erg goed doen als achtergrondmuziek van een film over deze vlucht…
Ze heeft dezelfde vader als LUCKY, maar haar moeder is afkomstig van de combinatie Rekker-Westra, zoals meer van onze kweekduiven. Haar nestbroer vloog ook nog prijs, evenals een derde duif.
De voorlaatste overnachtvlucht wordt Bordeaux op 19 juli. Daarvoor worden de 3 duiven klaargemaakt, die ook naar Bergerac zijn geweest. Mogelijk nog aangevuld met een vierde. De week daarna wordt het marathonseizoen afgesloten met opnieuw Bergerac. Ik hoop SPIRIT weer in topconditie te kunnen krijgen en ook een aantal jaarlingen, waaronder een vol zusje van LUCKY. Het zal toch niet….
Als je het bovenstaande leest, denk je wellicht: Dat is een open deur intrappen. En natuurlijk zijn dit twee heel verschillende disciplines in de duivensport!! Ik beoefen ze al sinds 2004 en zowel op de dagfond als op de overnachtfond is altijd op nest gespeeld. Tot…….. een kleine 2 weken geleden! Toen had ik net de tweede dagfondvlucht van dit jaar achter de rug en het werd eigenlijk een drama: Ik begon te laat , wachtte ook nog eens een hele poos op een tweede duif en het prijspercentage was om te huilen. De eerste dagfondvlucht was ook al niet om over naar huis te schrijven. Nadat ik er een nachtje over had geslapen, stond mijn besluit al snel vast: Ik stop met dagfond op nest en stap over op weduwschap.
Mijn redenering was, dat het halve seizoen op de dagfond waarschijnlijk al mislukt was en dat ik de laatste 3 vluchten beter kon gebruiken om een ander systeem te testen. En…het is wel wennen hoor. Ik heb de duiven een paar keer kunnen lappen, maar merk ook dat het voor hen nog wat onwennig is. Maar goed, negen duiven worden hopelijk zaterdag gelost in Nevers om 652 km af te leggen. We gaan het zien!!!
Maar wat het verschil tussen dagfond en overnachtfond bij mij écht heel groot maakt zijn de resultaten op de overnachtfond. In het voorjaar heb ik het nog naar een duivenmelker op bezoek uitgesproken: “Ik verwacht dat ik op de dagfond dit seizoen beter zal presteren dan op de overnachtfond” Wel, het omgekeerde is waar! In mijn vorige blog heb je kunnen lezen over de mooiste duivendag van mijn leven, veroorzaakt door LUCKY, die “eventjes’ met de overwinning op Limoges aan de haal ging in de Noordelijke Unie. Mijn andere duiven deden het ook goed en zorgden samen voor de 8e plek in Sector 3 in het Grootmeesterkampioenschap.
Afgelopen weekend stond de Koninginnevlucht Sint Vincent op het programma. Ik had er 4 mee, het dubbele van wat ik ooit eens eerder had gezet. En wéér werd ik in de vroege morgen verrast door een kopduif. Dit keer was het mijn 5-jarige duivin, die net als LUCKY uit Pipa, het Jellemaduifje komt.
In Zone 2 van de Noordelijke Unie verovert ze zelfs nog een plek op Teletekst. Zoals bekend is deze vlucht vanwege de hitte ingekort en – vreemd genoeg – niet in de middag gelost maar al vroeg in de morgen. Het werd een superzware vlucht! Mijn tweede (halfbroer Lucky) kwam tegen 14 uur, mijn eerste getekende de volgende dag rond de middag en de laatste was 2 dagen later ook terug. Zodoende heb ik op de eerste 2 marathonvluchten 100 % thuis.
Intussen worden momenteel 9 duiven extra in de watten gelegd, omdat ze a.s. dinsdag worden ingekorfd voor de ochtendlossing Ruffec. SPIRIT wordt de vaandeldrager en verder zijn het op 1 na allemaal jaarlingen. Weer een nieuwe ervaring: jaarlingen op een ochtendlossing..
Wat mij de laatste week eigenlijk het meest heeft beziggehouden is de terugkeer van de coliziekte. Ik heb de fout gemaakt, dat ik tijdens de ‘eerste golf’ de Belgamcokuur niet helemaal heb afgemaakt. Er terwijl ik juiste zo lekker bezig was met het opleren van de jongen, sloeg coli weer toe. Op twee na zijn ze er nu doorheen. Die twee heb ik maar apart gezet en ik vraag me af of morgen zal blijken dat één van de twee het derde slachtoffer van deze rotziekte is.. Dat zou het totaal op 9 brengen!
De eerste africhting a.s. dinsdag moet ik in ieder geval laten schieten. Ik hoop dat ik een week later kan insteken.
(Het is weer een lange blog geworden, maar ik heb veel ‘plaatjes’ toegevoegd.)
Nu ik weer een blogbericht op mijn site plaats, besef ik dat de vorige erg lang geleden was. Nog voor de start van het fondseizoen met de eerste dagfond wilde ik er één schrijven, maar het ontbrak mij soms aan tijd en soms aan zin. Eigenlijk maar goed ook, want het zou misschien wel een klaagzang zijn geworden over:
Het onbegrijpelijke verlies van 3 jaarling dagfondduiven al op de eerste trainingsvlucht.
De coli, die twee weken de jongen in zijn greep had en 6 slachtoffers maakte.
De uitslag van de eerste dagfond, waarin níet stond 8 van de 10 prijs, maar 9 van de 19 prijs.
741 liefhebbers uit de noordoosthoek van Nederland zorgden voor een deelname van 6710 duiven, gelost in Limoges in de regio Limousin.
Nu de 6 noordelijke provincies de aftrap voor het marathonseizoen vierden met de vlucht vanuit Limoges (815 km voor mijn duiven), heb ik een bijzondere aanleiding om toch weer in de pen te klimmen. Ik had 4 koppels vooral tweejarigen gepland voor deze vlucht. Eén viel af, doordat ze bij een eerdere vlucht 2 dagen te laat kwam. Dus werden op dinsdag 7 duiven ingekorfd bij mijn club De Postduif te Kampen. Een club die de laatste jaren flink aan de weg timmert op allerlei disciplines. De voorbereiding verliep voor één koppel anders dan anders: Spirit – ja die duif die vorig jaar van Bergerac om 2.30 uur in de nacht arriveerde – en zijn vale duivin hadden niet veel interesse om in hun vaste broedhok te gaan nestelen. Ik merkte een paar dagen achter elkaar dat ze liever in de hoek van het hok op de roosters wegkropen. Toen heb ik op een avond een klein broedhokje van 40 x 50 cm getimmerd, hangend onder het onderste broedhok in die hoek. Dat plekkie werd maar al te graag in beslag genomen.
Links de latere winnares, rechts de als tweede aankomende duif.
Op de zaterdag voor de inkorving hebben Matthijs en ik de 7 duiven één voor één in de hand genomen om te kijken hoe de conditie was. Die was redelijk goed, maar kon echt beter. Dus moest door opvoeren in de laatste 3 dagen de conditie aangescherpt worden. Bij inkorving bleek dat aardig gelukt en ik herinner me dat de vale duivin vooral flink was bijgekomen.
Op de vrijdagavond van de lossing had ik het vermoeden dat er in de late nacht misschien toch wel duiven zouden kunnen komen. Met de ervaring van vorig jaar dat duiven kennelijk het hok moeilijk kunnen vinden in het donker, had ik op mijn verjaardag een breedstraler gevraagd en gekregen. Die heb ik ’s avonds geïnstalleerd. En toen ik om 3.00 uur ’s nachts zag dat er in den lande nog geen duiven waren aangekomen, besloot ik de breedstraler toch maar even te testen:
Net even te gek!!!
Mijn vrouw werd wakker van deze lichtzee en mopperde dat de halve buurt zo wakker zou worden. Ik besefte ook wel dat deze lamp te sterk was en eventuele nachtvliegers eerder zou afschrikken dan aantrekken. Dus werd de lamp weer uitgeschakeld. En de wekker werd op 5 uur gezet. Toen ik wakker werd, bleek dat er nog steeds geen duiven waren aangekomen. Omdat ik door een verjaardag de wedstrijd België – Nederland had gemist, heb ik die liggend op de bank teruggekeken.
Matthijs wilde ook graag de aankomst van de duiven meemaken en dus appten we elkaar een paar keer. Goed half 8 appte hij dat zijn dochter om 10 uur een handbalwedstrijd had en zijn vrouw een weekend weg was. “De duiven zullen voorlopig nog wel niet bij bosjes uit de lucht vallen, dus ik denk dat ik eerst naar die wedstrijd ga en dan naar jou toe kom.” Ikzelf begon me ook een beetje te vervelen en trok mijn jas aan om een klein en kort klusje te gaan doen in de tuin van een school waar ik vrijwilliger ben. Twee minuten nadat ik appcontact had met Matthijs, stond ik klaar voor het raam om te vertrekken en zag ik nog nét de genoemde vale duivin waarschijnlijk van het dak van ons huis op het dak van het hok vallen.
Met een trillend lijf toch nog een scherpe foto kunnen maken.
Het is eigenlijk niet mogelijk om te beschrijven wat er dan allemaal met je gebeurt, maar ik ga het toch proberen: Ik was in totale verwarring! Was dit wel de Vale die ik ingekorfd had voor Limoges?? (Twee zusjes lijken erg op haar) Het is toch niet mogelijk dat hier een duif komt, terwijl liefhebbers in Utrecht en Gelderland, die wel 80 km minder afstand hebben, nog geen duif terug hebben?? Toch liep de duif na een minuutje binnen en werd ze geregistreerd. Ik stond echt te trillen op mijn benen, want dit moest wel een heel vroege duif zijn.
Het display bewijst, dat de duif toch echt gearriveerd is. Een opluchting dat dat veilig gesteld is.
Maar toen sloeg de stress nog meer toe: Ik probeerde de duif te melden met de speciale app en dat bleek goed te werken, maar de gegevens waren niet te zien op de site Compuclub Live. Ook melden op onze eigen verenigingssite lukte niet! Nu is het zo dat je officieel binnen een half uur de duif moet melden, anders is het mogelijk dat je gediskwalificeerd wordt. Ik belde mijn broer en die gaf de tip om de secretaris van de afdeling in te lichten. Dat deed ik meteen en ook postte ik een foto met een bericht op Facebook. “Dan heb ik in ieder geval bewijs dat die duif er op die tijd was”, dacht ik.
Intussen was Matthijs natuurlijk ook aangekomen. Ook hij was stomverbaasd, maar wel reuzeblij. Maar onze blijdschap over deze topprestatie werd toch flink getemperd, omdat er misschien wel een uur lang geen meldingen waren te zien op Compuclub Live. ZOU HET KUNNEN ZIJN, DAT WE DE 1e SPELEN VAN HET HELE CONCOURS??? Uiteindelijk verschenen mondjesmaat toch meer meldingen en ook die van ons kwam ertussen…..nee… erboven te staan.
Hier is al te zien, dat het een vrij zwaar concours zou worden.
De eerste appjes stroomden binnen evenals talloze reacties op Facebook. Mijn broer Gerard was de eerste die een boeket bloemen kwam brengen. Drie uur na LUCKY, zoals de vale duivin gedoopt werd, kwam haar doffer en binnen drie kwartier daarna viel nog een Rekker-Westradoffer en zijn duivin ( een halfzus van Lucky) Deze drie prijzen waren alle drie ruim 1 op 10. Samen zorgden ze dat ik op deze vlucht in Afdeling 8 de 4e Grootmeester word. En dat met 4 duiven die in 2021 ook prijsvlogen op de snelle Bergerac.
1 0742.9426 Comb. van den Dragt Harderwijk 610.533 2 0933.0371 Jack van Eck Dreumel 553.450 3 0849.0187 A. Borgers Huissen 541.100 4 0410.0482 A.J. Kok IJsselmuiden 507.871 5 0865.0018 Mark van Ingen Elst 419.320 6 0748.0666 H. Rozendal Wapenveld 414.043 7 0410.0962 W.J.E. Diender Grafhorst 392.655 8 0772.0007 R. Wolf Eefde 378.620 9 0937.9226 A. Driessen & Zn. Wijchen 373.535 10 0772.0197 Wilfred Pasman Empe 371.210
Het werd een energieverslindende ochtend en voormiddag. Tegen 15 uur ben ik drie kwartier in bed gekropen om de accu even weer wat op te laden. Inmiddels was ook de 5e duif terug. Hij stond op 3 dagen broeden en dat was eigenlijk geen gunstige stand. De 6e kwam de volgende dag enigszins gewond terug. Gelukkig lijkt het hem niet te belemmeren in het vliegen. De 7e duif is achtergebleven, maar was in het voorseizoen ook al de zwakste schakel.
Natuurlijk werd in onze eigen Afdeling 8 ook de zege behaald.
Rond 18 uur ging ik naar de club om mijn constateersysteem te laten uitlezen. De vlag hing uit! Veel felicitaties van de bijna 30 clubleden vielen mij ten deel. Ik heb iedereen op een consumptie getrakteerd. Op het einde van de gebruikelijke prijsuitreiking kreeg eerst het oudste lid, John Strieker, een boeket bloemen, omdat hij in Afdeling 8 voor het eerst in zijn leven een teletekstplaats had bemachtigd. Ook ik kreeg een boeket, waarna er nog een foto werd gemaakt onder de vlag.
Samen met voorzitter Hans Huisman, die deze dag samen met zijn vader schitterde op Niergnies.
Dan mag de stamkaart van LUCKY hier ook niet ontbreken. Er zijn veel goede bloedlijnen in te ontdekken. LUCKY is gekweekt door Matthijs.
In de dagen volgend op de feestelijke zaterdag heb ik regelmatig de uitslag van de Noordelijke Unie aangeklikt en elke keer bedacht ik hoe speciaal het is dit concours te mogen winnen. Ik kreeg twee keer een reporter over de vloer, een derde nam een telefonisch interview af en verder werd mij door 2 personen gevraagd digitale informatie door te spelen, waaronder het vooraanstaande Belgische duivenblad De Duif. We hebben in al die voorbije jaren gelukkig verschillende mooie prestaties met onze duiven mogen leveren, maar zoals ik het nu beleef, spant deze wel de kroon.
Dank aan allen die op welke manier een felicitatie hebben gestuurd en ook aan jullie die de moeite genomen hebben om dit blogbericht te lezen. Ik hoop dat het jullie heeft kunnen boeien.
Voor onszelf blijft dit blogbericht de beschrijving van een dierbare herinnering voor de toekomst.
Zo werd tweede Pinksterdag 2022 samen reporter Gerrit van Eikenhorst van HET SPOOR heel bijzonder.
Eindelijk kon onze vereniging, De Postduif te Kampen, weer een vergadering houden. Dat was ook wel nodig om iedereen in de club op scherp te zetten: niet alleen op eigen hok, maar ook in de club wacht er weer veel werk. Een mooie afsluiting van de vergadering was de huldiging van de jubilarissen. Ten gevolge van 2 jaar corona waren er intussen acht ‘opgespaard’. Mijn broer Gerard en ik behoorden daar ook toe. Als tieners waren we elk weekend in De Postduif om te helpen. En op een leeftijd van rond de 15 hielpen we tijdens het klokken afslaan al met het invullen van de ponsformulieren van rekenbureau Euregio, de eerste opvolger van degenen die de uitslag – handmatig!! – uitrekenden. Pas in 1971, op 20-jarige leeftijd , werd ik net als Gerard lid. Allebei hebben we er intussen dus officieus 55 en officieel 50 jaar lidmaatschap op zitten. Alle jubilarissen ontvingen een speld, een oorkonde en een waardebon. Daar kwam nog bij dat voorzitter Hans Huisman zich goed had voorbereid en voor iedereen een passende toespraak had, inclusief een mooi boeket natuurlijk.
V.l.n.r.: Arnold Kok, Tijmen Huisman, Gerrit Schrijer, Klaas Kruithof Gerard Kok, Kees Post, Gerrit Huisman en Mark van den Berg. Op de achtergrond Hans Huisman.
Op de voorlaatste vergadering had ik voorgesteld om het pleintje op te knappen, dat voor ons prachtige clubgebouw ligt. Veel tegels waren verzakt, de aansluiting op de asfaltweg was rommelig, waardoor er onkruid groeide en de oprit voor de mandentrolleys naar de ingang was aan vervanging toe. Het voorstel werd vlot aangenomen. Ik stelde mezelf beschikbaar en oud-voorzitter Wim Diender en ook de 82-jarige Jan Kanis staken hun vinger op. In maart moest het dan toch wel gebeuren! Ik overlegde met Johan de Vries – intussen ook bestuurslid – en vroeg nieuwkomer Jesper Hollander erbij om de hoge gemiddelde leeftijd (circa 70 jaar!) wat te drukken. In drie lange ochtenden stripten we het plein (7x 12 meter), verspreidden we 6 kuub zand , creëerden we een permanente oprit, herstraatten we het plein en plaatsten we kunststof paaltjes. Dit om te voorkomen dat er auto’s zouden worden geparkeerd. Om te zorgen dat de bestrating mooi vlak zou liggen hadden we wel wat professionele hulp nodig. Daarvoor had ik mijn zoon Matthijs gevraagd, die het zand netjes heeft uitgevlakt. We zijn erg blij met het resultaat: schoonheid en effectiviteit gaan straks hand in hand.
Even pauze met Roel van Bruggen, Matthijs Kok, Jan Kanis en Jesper Hollander. Op deze foto is ook enigszins te zien hoe mooi ons gebouw gesitueerd is in het Kamper plantsoen.Uitgerekend erevoorzitter Gert van ’t Veen kwam ons heerlijke tompouces bij de koffie brengen.Het resultaat mag er zijn.
Op eigen hok heb ik natuurlijk de laatste weken ook niet stilgezeten. Er is een ronde jongen afgezet, die deze week wordt aangevuld met een tweede ronde van de kwekers. Dan zit het nieuwe onderkomen van de jonge duiven ook écht vol. Ik heb al jarenlang geen drinkpotten meer in de hokken, maar wel de bekende blauwe drinkbakjes. Om de jonge duiven daar vanaf het spenen bekend mee te maken heb ik er nu een poos zes stuks bij elkaar gezet als voerbak. Drinkbak en voerbak hebben nu even dezelfde kleur. Mijn voornemen is om vanaf a.s. weekend de jonge duiven elke weekend in de mand te zetten, voorzien van voer en water. Juist: in diezelfde blauwe bakjes.
Op moment van schrijven zitten de vliegduiven net een dag of 5 gescheiden. Op 5 april worden in ieder geval de dagfondvliegers gekoppeld. Voor de overnachters ga ik nog een keer aan het rekenen, voordat het voor hen zo ver is. Best wel spannend, want de voorbereiding op het seizoen is nu heel anders dan voorheen. Iedereen veel succes gewenst met de opstart van VLIEGSEIZOEN 2022 !!!