EEN BIJZONDERE LOGÉ

(Waarschuwing: Dit blogbericht is nogal lang uitgevallen, maar ik denk dat het de moeite waard is om het helemaal te lezen.)

Mijn vrouw Anet kreeg 2 weken geleden een appje van Matthijs: “Ik heb hier 2 meisjes, die graag bij opa en oma willen logeren.”  Dat konden we Lana en Ilja in hun eerste vakantieweek natuurlijk niet weigeren, dus een paar dagen later kwamen ze aanzetten met hun koffertjes vol  kleren en knuffels.” Het werden een paar leuke, maar intensieve dagen.  Afgelopen vrijdag kreeg ik weer een appje van Matthijs: “Denk dat ik maar op Groenendael overnacht, als dat kan.”  Die middag waren 11 nestduiven van ons gelost in Bergerac en die ochtend zowaar ook 4 stuks in Narbonne. De westelijke en zuidwestelijke wind wezen erop, dat er die nacht wel eens duiven thuis zouden kunnen komen. Dus tegen half 9 kwam Matthijs aanzetten op zijn fiets, met een plastic zak met spullen voor de nacht. Een logé van 1 m 96 !  We hebben toen bij de koffie zitten rekenen hoe groot de kans van nachtvliegers zou zijn e.d.  Na de meldingen van Narbonne nauwkeurig gevolgd te hebben en nog een poos buiten te  hebben staan wachten zijn we om half 12 naar bed gegaan; zoals gewoonlijk heb ik mijn laptop op een slaapkamertje gezet: www.compuclub.nu

Rond 01.30 uur moest ik naar de wc en ik keek meteen even naar de meldingen. En jawel hoor.. er waren er al de nodige in den lande. Even later zag ik dat Matthijs al beneden zat, nog eens extra telefonisch gewaarschuwd door mijn broer Gerard. “Je mag nog wel even naar bed gaan, hoor,” zei hij “Ik hou het hier voorlopig wel in de gaten.”  Na een drukke week kon ik dat aanbod niet afslaan.   Tegen 02.30 uur hoorden Anet en ik een hard gestommel op de trap:  “Volgens mij zit er één!! Kan bijna niet anders!!” Ik vloog mijn bed uit, trok een ochtendjas aan en volgde Matthijs. Die had al een bezem en een bal gepakt en liep ermee naar een parkeerpleintje, zo’n 70 meter schuin achter onze woning. Hij wees naar de schuinte van een dak, waar tussen twee pijpen in inderdaad iets bonts te zien was. Al gauw zagen we dat de tekening van de duif wel érg veel leek op die van onze eerstgetekende. Na de derde worp met de bal van Matthijs vloog hij op, maakte  een halve boog  over het pleintje en landde ongeveer 20 meter verderop  op een lager gelegen dak. De dakgoot hing op ongeveer 1 m 50. Wat toen volgde had ik eigenlijk moeten filmen:  Matthijs’ lengte van 1 m 96 kwam goed uit om een poging te wagen de duif te pakken. Dat lukte gelukkig meteen! Matthijs zette een sprint in richting de constateerantenne en ik rende er in mijn badjas achteraan, met de bezem en de bal in mijn handen. (Zie je het vóór je??)  “Hij doet het niet!!” riep Matthijs, nadat hij de duif een paar keer  met zijn poten over de antenne had gestreken.  In alle hectiek was hij vergeten, dat we die avond het constateersysteem – dankzij een lange kabel – naast mijn nachtkastje hadden gelegd. Daardoor was de piep niet te horen geweest. 

Na controle bleek de NL20-1105230 toch echt om 02.33.07 uur te zijn geconstateerd. Matthijs vertelde, dat hij van achter ons huizenblok al wel de daken ervan had bekeken, maar om meer licht te krijgen was hij naar het pleintje gelopen. Daar ontdekte hij de duif. Nog vol ongeloof keken we elkaar aan: “Zie je wel, toch die roodbonte!  Hij stond er ook zo mooi op! En van Perigueux was hij er rond half 7 ook al, onze eerste jaarling! Had dierenarts Nanne Wolff toch gelijk, toen hij zei dat ze er zo goed op stonden en dat we ze zeker zouden gaan draaien. “

Nu werd het toch wel tijd om echt buiten te gaan staan  of zitten wachten. Na een kwartiertje zei Matthijs, wijzend naar het dak van een huizenblok dat loodrecht op het onze staat: “Wat is dat voor iets, onder dat grote dakraam??”  Het zal toch niet waar zijn, dachten we. We besloten om ons blok heen te lopen en zo dichter bij het bewuste blok te komen. En ja hoor… wéér zagen we iets bonts afsteken tegen de donkere dakpannen. “Dat moet het kakelbonte Rekkerduivinnetje zijn!” Ik floot 2 keer het voor mijn duiven bekend deuntje.

Meteen ging het bontje op de vleugels, maar toen we weer achter ons huis waren, konden we haar nergens vinden.  Een poosje later ontdekten we haar weer op hetzelfde huizenblok, nu op de nok, helemaal aan de linkerkant. We liepen er wéér naartoe, ik floot wéér mijn deuntje en het bontje vloog wéér op, vóór ons huizenblok langs en mogelijk in een boog richting het hok. Maar wéér was ze nergens te vinden.

In de tijd tussen 3 uur en 5 uur zijn we minstens 3 á 4 keer in een straal van 100 meter door ons wijkje gelopen,  de laatste keer zelfs in een wat grotere straal gefietst. (Later op de ochtend las Matthijs op zijn stappenteller, dat we 8.000 stappen hadden gezet!!! Weliswaar inclusief een klein uitstapje voor een praatje met Henri van den Berg.)  Maar er was geen bontje te bekennen! Dat vonden we knap frustrerend, maar tegelijkertijd waren we maar al te blij dat er eentje ‘in de klok zat’.  Toen we rond 5 uur weer langs het pleintje kwamen zagen we – dankzij het eerste licht van de opkomende zon – aan de achterkant van een achter ons gelegen huizenbok een donkere duif zitten, net even onder de nok.  Na wat gezwaai en gefluit was het duifje eindelijk naar de nok gekrabbeld. Toen haalde ik een busje voer om mee te rammelen, ging tussen dat huizenblok en het onze staan en rammelde en floot. Toen kwam opeens, ergens van vrij laag,  op 20 meter van het hok, het bonte Rekkerduivinnetje tevoorschijn. Had ze tóch 2 uur lang ergens verscholen gezeten, zo kort bij het hok, maar niet op te merken. Om 5.16 uur werd zij geconstateerd en pas een kwartier later de derde duif. Om 5.42 uur hebben we zowaar de 4e duif vanuit het zuidwesten aan zien komen.  Uit de meldingen in ons Nationaal InkorfCentrum bleek dat we bezig waren een uitstekende uitslag neer te zetten.

Uiteindelijk wonnen we in het NIC  tegen 271 de prijzen:  1,  8,  9, 13,  27,  36,  en 51.             In groter verband  – afdeling 8 en zelfs Nationaal -behaalden we met de 11 ingezette duiven zelfs 8 prijzen!  Stilletjes hoop ik zelfs op een mooie plek in het klassement Grootmeesters in Afdeling 8,  of Sector 3 !?!?!     ’s Middags tegen 14 uur was ook de laatste van de 11 thuis. Opvallend – maar ook wel verklaarbaar- was, dat de 3 duiven die misten de minste ervaring hadden. Geen van die drie had in ieder geval een dagfondvlucht gehad.

Rond 10 uur kwam Martine met Ilja en Lana op de koffie. Ze hadden een leuke verrassing: Een heerlijke appeltaart met de letters HOERA en een stel kaarsjes erop. Die moest ik natuurlijk uitblazen. Wat een heerlijk moment met Matthijs zijn gezinnetje!

Hoe wonderlijk was deze nacht geweest!!  Vooraf had ik nog tegen Matthijs gezegd: “Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Op dit weer zit je eigenlijk niet te wachten. Deze duiven zouden juist een vlucht van 1200 meter per minuut aankunnen.”                                        Inkorven voor Narbonne was ons door Nanne Wolff ingegeven. Eén specifieke tweejarige leek hem het uitgesproken type voor de ochtendlossing. Uiteindelijk besloot ik nog twee tweejarigen te zetten, die nog geen prestaties hadden neergezet. En ook nog een jaarling en een vijfjarige duivin, die twee jaar geleden aan de vleugel gewond terugkeerde. Nanne meende dat ze daar toch nog wel wat last van moest hebben. Toch was zij de eerst aankomende om 9.25 uur. Als 18e van de 118 duiven in NIC Nieuwleusen.  Een paar uur later arriveerde de jaarling, vrij kort na sluiting van het concours. De laatste 2 zijn nog onderweg.

Terugkijkend op deze bijzondere vlucht gaan onze gedachten naar het volgende:

Waarom zijn alle drie de eerste duiven ‘geland’ bij het parkeerplaatsje?                         Wel, waarschijnlijk omdat het een vrij open ruimte is en omdat er een stuk of 4 lantaarnpalen staan????                                                       Hoe lang zouden die duiven er wel gezeten hebben?  Zijn ze ná elkaar gekomen, of..?    

Rechtsboven ons huis, met de witte auto ervoor. Linksonder het dak waar de roodbonte gepakt werd, bij de blauwe auto. Rechts in het midden, bij ‘Zalmkwekerij’ , het huis waar het Bontje ontdekt werd. In het midden het huizenblok waar het donkere duivinnetje zat, aan de zuidkant, links van d nok.

             Maar ja, de blijdschap overheerst, nog steeds. Wat een bijzondere belevenis was deze vlucht!   Het feit dat we er zo’n uitslag maakten bewijst wel dat ze iets in hun mars hebben, ook voor 2022.   

TOT SLOT:

Hoe komt het toch, dat ik op het moment van schrijven nog steeds een lichte spierpijn in mijn kuiten voel??? 😉        

Eén laatste belangrijke vraag zal voor mij voor altijd onbeantwoord blijven:                                                 Wat als ik die nacht géén logé van  1 m 96  in huis had gehad………..???

Einde dagfondsseizoen

Zo begin je aan het fondseizoen en zo is het bijna afgelopen. Afgelopen zondag werd Chateauroux als laatste dagfondvlucht vervlogen; aanstaande dinsdag korven we al weer in voor Bergerac, de laatste middaglossing.  Voor het eerste sinds jaren had ik een paar weken geleden weer eens ingekorfd voor Dax (Cahors).  Eerstgetekende was de rode  zoon van de Bever, die op Limoges en Perigueux al prijs vloog. Helaas miste hij deze keer. Maar hij was ’s avonds gelukkig wel thuis. De vierjarige duivin uit Pipa, die niet naar Sint Vincent kon, omdat Wolff de vleugel niet in orde bevond, vloog een prijs in de middenmoot. De 3e duif, die miste van Limoges, bleef achter.  Voor Issoudun waren de verwachtingen toen hoog. Ze trainden prima en zagen er goed uit.  Ik scoorde een knappe duif bij de eerste 100 , maar daarna viel er een flink gat. Niettemin stonden er in de afdeling nog wel 6 van mijn 10 duiven op de uitslag. Mijn eerste was toen een jaarling dochter uit de Blue Surprise (kortweg BS), die toen gekoppeld zat aan een duivin, die we hebben aangekocht bij Henri van den Berg.

Diezelfde duivin stond er ook fantastisch voor op de vlucht vanaf Chateauroux. Omdat één duivin voortijdig moest leggen gingen er nu 9 mee. Zoals bekend werd het een loodzware vlucht, waarvan ’s avonds het concours nog niet gesloten was. Na een hele tijd van wachten op de eerste duiven viel de zon weg uit onze tuin. Ik stond nog in mijn korte broek en t-shirt. “Ik ga even wat anders aantrekken,” zei ik tegen Matthijs, “dan komt er vast wel één.”  Toen ik binnen een minuut terug was, zei Matthijs: “Er is er eentje. “   Ik dacht dat hij mij voor de gek hield, maar inderdaad kon ik nog net een staart zien verdwijnen door het valgat. Het was wéér de jaarling uit BS.

Die avond viel er nog een duif en de derde was er de volgende dag als een van de eersten, zoals uit de meldlijst bleek: 6.15 uur. Rond half 8 kwam een gewond jaarling duivinnetje nog op tijd voor de prijzen. Nu werden het dus 4 van de 9 prijzen.  De dochter van BS is dit jaar 4 keer mee geweest op de dagfond, omdat ze tijdens de derde vlucht moest leggen. De eerste (regen) vlucht vloog ze een prijs in de staart van de uitslag, op de andere 3 behaalde zij telkens een klassering bij de eerste 100:               E22 Salbris: 67e / 2367 d.   E24 Issoudun:  48e / 2111 d.   38e Chateauroux: 17e / 1770 d.       Op maandag waren er 7 van de 9 terug!  Dinsdagavond kreeg ik een telefoontje uit Oosterwolde, waar nummer 8 was binnengelopen, op 10 km afstand van huis. Deze duivin vloog vorig jaar nog 2 keer een 42e NPO !!   Maar ik hield een grote kater over van deze vlucht, omdat De Strik nog niet thuis was. Zij is een kleindochter van BS.  Net als Noa stond zij vorig jaar nog op Teletekst van een dagfondvlucht!! Het is dinsdagavond als ik dit typ en intussen ben ik toch erg opgelucht, want  De Strik zat vanavond om 18 uur – na 3 en een halve dag –  toch weer op de klep!! E  ik kreeg nog meer een voldaan gevoel, toen ik de eindstand van het dagfondkampioenschap in Afdeling 8 zag: 13e onaangewezen tegen gemiddeld 450 deelnemers.

Misschien denkt u: Wat heeft die Noa ( 1e NPO Noord Chateaudun 2021 en 1e in Zone 2 van de NU) dit jaar gepresteerd??  Wel, ik had de pech dat zowel van Noa als van De Strik de doffer al in mei verloren ging.  Twee voor de kweek uitgeleende doffers moesten haastig ingepast worden, maar ideaal is dat natuurlijk niet. De Strik heeft nog wel een paar prijsjes gewonnen, maar kwam niet echt op gang. Noa moest bij inkorving voor een dagfondvlucht ook nog eens leggen. En omdat haar vader, de Blue Surprise, flink begint te haperen met het bevruchten hebben Matthijs en ik besloten Noa niet meer te spelen en volgend jaar te verhuizen naar het kweekhok.

OVERWERKEN

Zo’n 2 a 3 keer per jaar is het goed raak in het weekend. Dan hebben we 3 vluchten op 1 dag. Zaterdag 19 juni was er zo één. De duiven van overnachtvlucht Perigueux (ruim 900 km) waren vrijdag vrij laat gelost, om 15.30 uur. Dat was – net als de westen wind – een teken, dat de kans op nachtvliegers groot was. Voor het eerst in mijn leven heb ik vrijdagnacht het licht in mijn hok aan gehad. Het elektronisch constateersysteem lag naast mijn bed. Ik was om half 1 wakker en zag op de laptop, dat er nog geen meldingen waren. Om half 3 keek ik weer en zag dat er al een aantal duiven bij diverse liefhebbers waren aangekomen. Ik heb toen mijn broer Gerard geappt, dat de eerste er in den lande waren. Toen ik om half 5 wakker werd, stond Matthijs al buiten te kijken. Even daarna bleek dat Gerard er om 4 uur eentje buiten had gevonden, die om 10 over 4 geklokt werd. Het bleek op onze afstand een mooie kopduif. Ik had 10 duiven mee, waaronder 5 jaarlingen. Om kwart over 5 zagen we onze 3-jarige rode doffer vallen. Hij was ook mijn eerste van Limoges. Hij is gekweekt uit onze “Bever”, een zoon van Gerards Vale Jos, en uit een dochter van De Belg van Siem en Karst Kolk.

Kweekdoffer ‘De Bever ‘

In totaal werden er 5 van de 10 duiven in de uitslag gedraaid. Daarmee werd in het kampioenschap van Grootmeesters Afdeling 8 de 20e plek veroverd. Van de 10 duiven keerde helaas 1 mooi duivinnetje niet terug. Al met al kan ik tevreden zijn over deze vlucht.

Voordat op het eind van de middag de duiven van de dagfondvlucht zouden komen , werd het tijd te gaan wachten op de midfondvlucht vanuit Morlincourt, 390 km. Deze vlucht verliep – door motregen in België waarschijnlijk – heel onregelmatig. Ik had behalve het Sint Vincentkoppel alle overige thuiszittende duiven ingekorfd op deze vlucht met één nacht mand. De meeste hadden geen echt goede neststand. Het duurde dan ook érg lang voordat de eerste duif zich aandiende. Voordat de eerste helft van de 12 duiven thuis was, was er een uur verstreken. Het leek erg zorgelijk te worden, maar tussen 17 en 18 uur kwam de tweede helft naar huis. Geen kleerscheuren dus en een goede training gehad!

Voor de derde dagfondvlucht vanuit Vierzon (623 km) had ik maar 7 duiven ingekorfd. Dat kwam vooral omdat een aantal duivinnen moesten leggen. Teletekstduif De Strik zat op een jong van 5 dagen en was mijn eerstgetekende. Als tweede op de lijst stond de 08, een jaarling die de vorige twee keer ook al prijs vloog. Als derde getekende stond de LICHTE BLAUWE (Zie stamkaart hierboven) Hij komt rechtstreeks van Gerard van den Berg. Op Salbris was hij mijn eerste, maar omdat ik een snelle vlucht verwachtte stond hij 3e getekende. Gaandeweg de middag bleek uit meldingen van andere afdelingen, dat de snelheden veel lager uitvielen dan wellicht verwacht. Na ruim 9 en een half uur vliegen dook hij toch weer als eerste van mijn duiven naar de klep. Bij melding bleek hij de 5e in De Postduif te Kampen tegen 152 duiven. De liefhebbers van onze club klokten echter weer zó hard op de dagfond, dat de Lichte in groter verband nog beter uit de verf kwam:

Zoals op de stamkaart te zien is, vloog de Lichte vorig jaar al twee knappe prijzen op de dagfond. Na een 27e NPO Salbris op 2367 duiven volgde dus nu een 11e NPO op 1958 d. De Strik kwam wat later dan verwacht, maar scoorde toch weer een knappe prijs. Ik heb wel eens horen vertellen, dat duiven op lange vluchten er soms in slagen al vliegend water uit een meer of rivier te drinken. Deze foto van de Strik – direct na binnenkomst gemaakt -wekt de indruk dat zij dat inderdaad heeft gedaan.

Ook de jaarling 08 was weer mooi op tijd. De volgende dag bleek dat hij wel erg diep was gegaan. Daarom gaat hij dit jaar niet meer mee. Ik heb hem hard nodig voor volgend jaar. De overige 4 duiven zijn alle jaarlingen, waarvan er 2 voor het eerst de dagfond op gingen. Rond 22.00 uur, toen ik in de club achter de computer zat, zijn er nog twee gekomen en de laatste 2 arriveerden in de loop van de zondag. In de club moesten dus alle systemen van 3 vluchten worden uitgelezen. Mijn taak is de bediening van de centrale verenigingscomputer. Kort voor 23 uur waren we klaar, dachten we…… Want tegen kwart voor 12 belde de voorzitter dat 1 lid niet in de de uitslag stond. Dus maar weer op de fiets geklommen en samen met broer Geard – die centrumleider is – weer de brug over naar Kampen. Het lek was gelukkig gauw gevonden, maar na een korte nacht kwam ik nu nóg eens laat op bed. Tot overmaat van ramp bleek de volgende ochtend dat ik de wekker nog steeds op 5 uur had staan, want toen liep ie al weer af!!!! Het heeft me anderhalve dag gekost om me weer een beetje fit te voelen.

Overwerken op 70-jarige leeftijd moet je echt niet te vaak doen!!

GOEDE DOORSTART IN JUNI

Na regen komt zonneschijn. Zo beschreef mijn zoon Matthijs de eerste weken van juni. Met een goed gevoel kunnen we inderdaad op die tijd terugkijken. Op de tweede dagfondvlucht vanuit Salbris hadden de duiven 636 km voor de boeg. Het werd een pittige vlucht, waarbij 8 van mijn 10 duiven op de uitslag stonden.

Erg blij in dit rijtje te mogen staan, o.a. te midden van clubgenoten Mark en Gerard van den Berg.

Voor Sint Vincent, de marathonvlucht van 1126 km had ik 2 duiven ingekorfd, een koppel. De doffer was al wekenlang superglad en had de gewoonte om aan het begin van de avond nog een poosje op de eieren te gaan broeden. Hij vloog een prachtige 37e NPO in afdeling 8 op 1090 duiven. Het was een prachtige ervaring hem tussen de dakpunten van ons huis en dat van de buurvrouw door naar beneden te zien en horen fladderen. Zijn duiven kwam de volgende dag gelukkig terug.

Deze duif – Siem gedoopt inmiddels – heeft als ouders 2 duiven rechtstreeks van Siem en Karst Kolk. De duif die zij als 2e in het NIC draaiden is een volle broer van de vader van onze Siem! En eerder een duif dan Arjan Beens overkomt ons natuurlijk ook niet elke dag…

Op het moment van schrijven is het de dag van inkorving voor Perigueux. We hebben er 10 stuks voor zitten en ze in het weekend allemaal in de hand gehad. Ze zagen er gladjes uit. Op de dagfondvlucht gaan er een stuk of 8 mee. Enkele duivinnen kunnen niet mee omdat ze moeten leggen. En 3 duiven gaan hun debuut maken op de dagfond. Verder gaan er nog enkele mee op de midfondvlucht, dus als het weer meewerkt kan het een mooie, intensieve vluchtdag worden.

SOMS ZIT HET TEGEN, SOMS ZIT HET MEE.

Blog.

SOMS ZIT HET MEE, SOMS ZIT HET TEGEN.

De maand mei verliep helaas niet erg rooskleurig voor mijn duiven en mij.

Eigenlijk stapelden de tegenvallers zich op:

  • Bijna elke week ging er één of meer duiven verloren.
  • Daarbij waren ook de partners van teletekstduiven Noa en de Strik.
  • Het klamme, vochtige weer werkte niet mee aan een goed hokklimaat.
  • Aan een clubgenoot werden 20 duiven meegegeven om in Duffel te lossen. Helaas kwamen ze in Brabant in de mist terecht. Eén duivin was lichtgewond, een andere zwaar en moest door Nanne Wolff worden opgelapt.
  • Die laatste behoorde tot de 8 duiven die voor Limoges op de planning stonden. Zij viel dus af en doordat ze thuiskwam op het moment dat ik mijn duiven pakte voor Chateaudun, kwam ik in tijdnood. In de verwarring korfde ik een koppel, dat 5 dagen later naar Limoges had gemoeten. Ploeg Limoges dus gereduceerd tot 5.
  • Chateaudun werd nogal een teleurstelling. De eerste (jaarling)  duif vloog nog wel een knappe 67e op 5264 duiven, maar de overige 4 van de 12 duiven eindigden in de achterhoede. Mijn eerstgetekende heb ik opgehaald uit Franeker.
  • Limoges was ook niet geweldig: de eerste vliegt een middelmootprijs, de tweede in het laatste kwart van de uitslag.
  • Het colispook bezocht zowel het hok van de vroege als dat van de natoerjongen.

De zondag voor de tweede dagfondvlucht Salbris heb ik de hokken uitgerookt met Koudijs en de duiven 2 dagen gekuurd voor de koppen.

Die tweede dagfondvlucht op 6 juni werd een pittige en verliep voor mij een stuk beter.       In de noordelijke helft van de afdeling klokte ik er 8 van de 10 in de prijzen.

Omdat de noordnoordwesten wind in de laatste 3 uur aanwakkerde, lagen we in de totale afdeling ongunstig. Toch vlogen er in dat verband 6 van de 10 in de prijzen, waarvan 5 stuks één op tien!  Mijn eerstgeklokte was een 3-jarige nestdoffer, afkomstig van Gerard van den Berg. De rest waren duiven uit  mijn BS-lijn en kruisingen met de lijnen van Johan de Vries en Henri van den Berg.

Deze vlucht maakte maar weer eens duidelijk hoe sterk onze vereniging, De Postduif te Kampen, eigenlijk is. Het verenigingsconcours sluit op een tijd, dat er in de totale afdeling nog 500 van de 1250 prijzen verdiend moesten worden. Daarbij komt dat Gerard van den Berg 1e werd in Noord en Mark van den Berg 4e. Beide heren: van harte gefeliciteerd met deze teletekstnoteringen.

Onze vereniging telt door een onverwachte aanwas in de winter nu circa 50 leden en 40 vliegende hokken.

En nu staat Sint Vincent voor de deur. Een jaar of 3 heb ik dat niet meer kunnen spelen, omdat er teveel marathonduiven achterbleven. Mijn 3 oudste duiven – die vorig jaar op Perigueux nog voor een mooie plek bij de Grootmeesters van Sector 3 zorgden – heb ik klaar gemaakt voor deze koninginnevlucht. Bij controle door Nanne Wolff bleek dat de beoogde lijstaanvoerder geen spanning op een vleugel had en dicht tegen scheefvliegen aan zit. Minstens een week rust en dan mogelijk op Bergerac spelen, was het devies. Weer een tegenvaller dus.  Maar het afgelopen weekend heeft mijn vertrouwen in de duiven weer een flinke boost gegeven. We wachten het maar weer af.

START VAN HET FONDSEIZOEN

Dit blogbericht schrijf ik in de vroege ochtend van de dag dat de eerste dagfondvlucht zou moeten worden gelost. Het lijkt er sterk op, dat de lossing zal worden uitgesteld tot zondag. De regen en krachtige wind geven mij het gevoel, dat het herfst is. Dat is ons dit voorjaar meer overkomen. Het heeft menigeen – en ook mij – meer verliezen gegeven dan ons lief is. Ik heb 19 duiven ingekorfd voor Chateaudun: 11 dagfondduiven en 8 marathonduiven. Van die laatste heb ik er 7 als invliegduif meegegeven.

Ik kan tevreden zijn over de conditie van de duiven. Begin mei ben ik gestopt met de verduistering. Door een misrekening kwamen de dagfondduiven een paar dagen te laat op eieren. Het zij zo. Vooral afgelopen week hebben ze lang getraind. De duivinnen – die rond 17 uur worden losgelaten – trainen sowieso altijd wel goed. Maar bij de doffers – die in de ochtend trainen – was dat vorig jaar een stuk minder. Maar deze week gingen die er ook flink tegenaan. Ik was blij dat ze er bij het inkorven goed op stonden. Het vorig weekend heb ik niet ingekorfd vanwege het slechte weer. Wel zijn ze deze week nog 2 keer een flink eind weggebracht.

Mijn eerstgetekende is een prachtige schalie doffer. Hij had in 2019 als natoerjong een slechte start en kwam 2 keer op zondag terug. Vanwege zijn fantastische afstamming heb ik hem toen ingehouden. In de winter heb ik toen getwijfeld: Op de kweek zetten of toch gaan spelen? Het werd het laatste. Heel voorzichtig heb ik in 2020 toegewerkt naar het moment dat hij op het eind van het korte coronaseizoen tenminste nog één dagfondvlucht kon afwerken. Dit jaar is hij tot nog toe mijn beste duif. Hij is dan ook als eerstgetekende de mand in gegaan, nog vóór Noa, die er fantastisch uitzag. Ik hoop, dat we morgen een verantwoorde lossing krijgen en dat alle duiven morgenavond weer in het hok zitten.

Voor Limoges, de eerste marathonvlucht had ik een mooie ploeg van 8 duiven klaarzitten. Door een verwonding van één van hen en een domme fout van mezelf zullen er 5 mee gaan. Over een week weten we ook hoe de start van het marathonseizoen is verlopen.

Stand van zaken na 3 vluchten.

De start van het vliegseizoen is hier naar tevredenheid verlopen. Op de eerste africhting ging helaas wel 1 laat jong verloren. Vorige week alles terug. Dit weekend kwamen ze mooi af, maar ontbraken er  zaterdagavond nog 3 marathonduifjes.  De eerste van deze Duffel verspeelde 2 minuten, omdat ze niet durfde landen, aangezien er 2 buizerds boven mijn hok zweefden. Was ze meteen geland, dan was ze rond de 40e plek ik de club geëindigd, tegen 1070 duiven!!  Het is een dochter van de Blue Surprise, en die stond toen gekoppeld aan Reinke, rechtstreeks afkomstig van Henri van den Berg.  Haar nestzus was mijn vierde. Beide zussen waren vorige week ook al mijn 1e en 2e!  Mijn beide teletekstduifjes , De Strik en Noa, waren ook bij de prijsvliegers.

Noa, stond dit weekend sowieso in de schijnwerpers. Een paar maanden geleden had ik de foto van Noa opgestuurd naar de redactie van Het Spoor. Tot mijn verrassing bleek ze dit weekend inderdaad op de voorpagina te staan. Een ‘plaatje’, al zeg ik het zelf.

De vliegduiven brengen deze weken de jongen van de kwekers groot, plus een aantal van henzelf. Het zijn er wat meer dan anders, omdat er een stel op bonnen weggaan en omdat ik Jesper er een aantal beloofd heb. Het was op de vrijdagavonden wel even improviseren om de boel warm te houden.

Door ruil zijn er 6 mooie jonge marathonduifjes verhuisd vanuit Luttelgeest naar hier. Ze zijn afkomstig van Coen Brugman, die zich in 2020 meermaals voorin de uitslagen liet zien. Ze staan me erg aan. Ze zitten bij de vroege ronde jongen in. Afwachten hoe ze zich ontwikkelen.

OPSTARTEN

Toen bekend werd, dat de start van het vliegseizoen door kon gaan, ben ik mijn duiven gaan opleren, vanaf 10 , 15, 35 en 50 km. De eerste 3 keren werden de doffers en de duivinnen apart gelost. De laatste keer ging de hele klad tegelijk los. Dit alles verliep goed.

Omdat mijn vliegduiven in dit paasweekend op kleine jongen zitten, kon ik niet alle duiven mee geven naar de eerste trainingsvlucht vanaf ’s Hertogenbosch(104 km). Maar 31 stuks werden er wel ingezet. Het bleek weer eens, dat de duiven best tegen de relatieve koude kunnen in deze tijd van het jaar. Ze kwamen voor mijn doen mooi regelmatig naar huis. Helaas ontbreekt een opopgeleerd laatje nog. In pv De Postduif, Kampen waren de – vele – rappe jongens mij weliswaar te snel af maar daar ben ik wel aan gewend. De ervaring heeft mij geleerd, dat ik in de eerste 5 weken vrij kansloos ben met mijn nestduiven. Vreemd genoeg zaten we bij deze noorden wind vrij gunstig in Vlieggebied Noordwest van Afdeling 8: daar staan er 15 van de 31 op de uitslag, tegen maar 3 stuks in de club.

Verder ben ik twee weken na het spenen van de eerste ronde jonge duiven begonnen met die jongen te leren wennen aan de verzendmand. Ze hebben er inmiddels al 4 keer in gezeten, zonder vooraf gevoerd te zijn. Na een paar uur voerde ik ze in de blauwe drinkgoten waar ik eerst een flinke laag zand heb gegooid. De laatste paar keer heb ik daarna de drinkgoten gevuld met water. Een klein aantal kwam er al drinken.

Met één vroeg jong ben ik nog naar Nanne Wolff gegaan. Al bij het spenen voelde ik dat er van achteren een hard stukje uit het lichaam stak. Het zag er opgedroogd uit, dus ik besloot het een paar weken aan te zien. Maar toen bleek dat het ‘geval ‘ nog wat groter was geworden. Nanne zag al gauw dat het een ontstoken navel was. Het eerste wat hij deed, nadat hij er wat desinfecteermiddel op had gespoten , was zijn telefoon pakken om er een paar foto’s van te maken. Het verwijderen ging gemakkelijk, maar een hechting was nog wel nodig. ik kreeg nog 5 pilletjes mee voor het duifje. Het beestje doet het nog steeds goed. ik plaats hieronder een foto van de ontsteking, maar de kans is groot, dat betere foto’s binnenkort in de column van Nanne in Het Spoor te zien zijn.

Wie goed doet, goed ontmoet.

De klus bij Jesper is geklaard. Al tijdens mijn werkzaamheden heeft de familie vaak van zijn dankbaarheid getuigd. Onlangs kwam Jesper met zijn moeder nog een paar schitterende presentjes brengen. Dat heeft me echt geraakt.

Intussen thuis al weer een klein klusje uitgevoerd: de oude verzendmand, waarin ik mijn jongen aan de mand laat wennen, heb ik voorzien van een meer gepast frontje, zodat ze ook kunnen leren in de mand te drinken.

Vliegduiven gekoppeld: Leven in de brouwerij!

Op 5 maart jl. heeft Matthijs de kweekduiven gekoppeld voor de 2e ronde. De meeste duiven zijn omgekoppeld. Zelf heb ik tegelijkertijd ook alle vliegduiven gekoppeld. Zoals de laatste jaren hier de gewoonte is, gaan de eieren van de kwekers weer onder de vliegduiven en worden de kwekers opnieuw gekoppeld voor de derde ronde. We zullen wat meer jongen kweken dan vorig jaar, omdat ik nogal wat bonnen beschikbaar heb gesteld.

Veel blauwe duiven op het dagfondhok.

Ik ben wel blij dat ze weer gekoppeld zitten. Zeker na deze saaie coronawinter geeft me het een gevoel, dat de opstart naar vliegseizoen 2021 nu gemaakt is. De eerste 20 vroege jongen fladderen inmiddels al een beetje van de berging naar het hok. Het verbaast me telkens weer, hoe snel jonge duiven leren reageren op al wat je als liefhebber doet. Komende week laat ik ze enten tegen paramyxo.

Aardig wat rode en roodbonte duiven op het overnachtfondhok.

Nu maar hopen, dat we in april ‘gewoon’ kunnen beginnen aan het vliegseizoen. En dat het weer een beetje wil meewerken.