Als je het bovenstaande leest, denk je wellicht: Dat is een open deur intrappen. En natuurlijk zijn dit twee heel verschillende disciplines in de duivensport!! Ik beoefen ze al sinds 2004 en zowel op de dagfond als op de overnachtfond is altijd op nest gespeeld. Tot…….. een kleine 2 weken geleden! Toen had ik net de tweede dagfondvlucht van dit jaar achter de rug en het werd eigenlijk een drama: Ik begon te laat , wachtte ook nog eens een hele poos op een tweede duif en het prijspercentage was om te huilen. De eerste dagfondvlucht was ook al niet om over naar huis te schrijven. Nadat ik er een nachtje over had geslapen, stond mijn besluit al snel vast: Ik stop met dagfond op nest en stap over op weduwschap.
Mijn redenering was, dat het halve seizoen op de dagfond waarschijnlijk al mislukt was en dat ik de laatste 3 vluchten beter kon gebruiken om een ander systeem te testen. En…het is wel wennen hoor. Ik heb de duiven een paar keer kunnen lappen, maar merk ook dat het voor hen nog wat onwennig is. Maar goed, negen duiven worden hopelijk zaterdag gelost in Nevers om 652 km af te leggen. We gaan het zien!!!
Maar wat het verschil tussen dagfond en overnachtfond bij mij écht heel groot maakt zijn de resultaten op de overnachtfond. In het voorjaar heb ik het nog naar een duivenmelker op bezoek uitgesproken: “Ik verwacht dat ik op de dagfond dit seizoen beter zal presteren dan op de overnachtfond” Wel, het omgekeerde is waar! In mijn vorige blog heb je kunnen lezen over de mooiste duivendag van mijn leven, veroorzaakt door LUCKY, die “eventjes’ met de overwinning op Limoges aan de haal ging in de Noordelijke Unie. Mijn andere duiven deden het ook goed en zorgden samen voor de 8e plek in Sector 3 in het Grootmeesterkampioenschap.
Afgelopen weekend stond de Koninginnevlucht Sint Vincent op het programma. Ik had er 4 mee, het dubbele van wat ik ooit eens eerder had gezet. En wéér werd ik in de vroege morgen verrast door een kopduif. Dit keer was het mijn 5-jarige duivin, die net als LUCKY uit Pipa, het Jellemaduifje komt.
In Zone 2 van de Noordelijke Unie verovert ze zelfs nog een plek op Teletekst. Zoals bekend is deze vlucht vanwege de hitte ingekort en – vreemd genoeg – niet in de middag gelost maar al vroeg in de morgen. Het werd een superzware vlucht! Mijn tweede (halfbroer Lucky) kwam tegen 14 uur, mijn eerste getekende de volgende dag rond de middag en de laatste was 2 dagen later ook terug. Zodoende heb ik op de eerste 2 marathonvluchten 100 % thuis.
Intussen worden momenteel 9 duiven extra in de watten gelegd, omdat ze a.s. dinsdag worden ingekorfd voor de ochtendlossing Ruffec. SPIRIT wordt de vaandeldrager en verder zijn het op 1 na allemaal jaarlingen. Weer een nieuwe ervaring: jaarlingen op een ochtendlossing..
Wat mij de laatste week eigenlijk het meest heeft beziggehouden is de terugkeer van de coliziekte. Ik heb de fout gemaakt, dat ik tijdens de ‘eerste golf’ de Belgamcokuur niet helemaal heb afgemaakt. Er terwijl ik juiste zo lekker bezig was met het opleren van de jongen, sloeg coli weer toe. Op twee na zijn ze er nu doorheen. Die twee heb ik maar apart gezet en ik vraag me af of morgen zal blijken dat één van de twee het derde slachtoffer van deze rotziekte is.. Dat zou het totaal op 9 brengen!
De eerste africhting a.s. dinsdag moet ik in ieder geval laten schieten. Ik hoop dat ik een week later kan insteken.
(Het is weer een lange blog geworden, maar ik heb veel ‘plaatjes’ toegevoegd.)
Nu ik weer een blogbericht op mijn site plaats, besef ik dat de vorige erg lang geleden was. Nog voor de start van het fondseizoen met de eerste dagfond wilde ik er één schrijven, maar het ontbrak mij soms aan tijd en soms aan zin. Eigenlijk maar goed ook, want het zou misschien wel een klaagzang zijn geworden over:
Het onbegrijpelijke verlies van 3 jaarling dagfondduiven al op de eerste trainingsvlucht.
De coli, die twee weken de jongen in zijn greep had en 6 slachtoffers maakte.
De uitslag van de eerste dagfond, waarin níet stond 8 van de 10 prijs, maar 9 van de 19 prijs.
741 liefhebbers uit de noordoosthoek van Nederland zorgden voor een deelname van 6710 duiven, gelost in Limoges in de regio Limousin.
Nu de 6 noordelijke provincies de aftrap voor het marathonseizoen vierden met de vlucht vanuit Limoges (815 km voor mijn duiven), heb ik een bijzondere aanleiding om toch weer in de pen te klimmen. Ik had 4 koppels vooral tweejarigen gepland voor deze vlucht. Eén viel af, doordat ze bij een eerdere vlucht 2 dagen te laat kwam. Dus werden op dinsdag 7 duiven ingekorfd bij mijn club De Postduif te Kampen. Een club die de laatste jaren flink aan de weg timmert op allerlei disciplines. De voorbereiding verliep voor één koppel anders dan anders: Spirit – ja die duif die vorig jaar van Bergerac om 2.30 uur in de nacht arriveerde – en zijn vale duivin hadden niet veel interesse om in hun vaste broedhok te gaan nestelen. Ik merkte een paar dagen achter elkaar dat ze liever in de hoek van het hok op de roosters wegkropen. Toen heb ik op een avond een klein broedhokje van 40 x 50 cm getimmerd, hangend onder het onderste broedhok in die hoek. Dat plekkie werd maar al te graag in beslag genomen.
Links de latere winnares, rechts de als tweede aankomende duif.
Op de zaterdag voor de inkorving hebben Matthijs en ik de 7 duiven één voor één in de hand genomen om te kijken hoe de conditie was. Die was redelijk goed, maar kon echt beter. Dus moest door opvoeren in de laatste 3 dagen de conditie aangescherpt worden. Bij inkorving bleek dat aardig gelukt en ik herinner me dat de vale duivin vooral flink was bijgekomen.
Op de vrijdagavond van de lossing had ik het vermoeden dat er in de late nacht misschien toch wel duiven zouden kunnen komen. Met de ervaring van vorig jaar dat duiven kennelijk het hok moeilijk kunnen vinden in het donker, had ik op mijn verjaardag een breedstraler gevraagd en gekregen. Die heb ik ’s avonds geïnstalleerd. En toen ik om 3.00 uur ’s nachts zag dat er in den lande nog geen duiven waren aangekomen, besloot ik de breedstraler toch maar even te testen:
Net even te gek!!!
Mijn vrouw werd wakker van deze lichtzee en mopperde dat de halve buurt zo wakker zou worden. Ik besefte ook wel dat deze lamp te sterk was en eventuele nachtvliegers eerder zou afschrikken dan aantrekken. Dus werd de lamp weer uitgeschakeld. En de wekker werd op 5 uur gezet. Toen ik wakker werd, bleek dat er nog steeds geen duiven waren aangekomen. Omdat ik door een verjaardag de wedstrijd België – Nederland had gemist, heb ik die liggend op de bank teruggekeken.
Matthijs wilde ook graag de aankomst van de duiven meemaken en dus appten we elkaar een paar keer. Goed half 8 appte hij dat zijn dochter om 10 uur een handbalwedstrijd had en zijn vrouw een weekend weg was. “De duiven zullen voorlopig nog wel niet bij bosjes uit de lucht vallen, dus ik denk dat ik eerst naar die wedstrijd ga en dan naar jou toe kom.” Ikzelf begon me ook een beetje te vervelen en trok mijn jas aan om een klein en kort klusje te gaan doen in de tuin van een school waar ik vrijwilliger ben. Twee minuten nadat ik appcontact had met Matthijs, stond ik klaar voor het raam om te vertrekken en zag ik nog nét de genoemde vale duivin waarschijnlijk van het dak van ons huis op het dak van het hok vallen.
Met een trillend lijf toch nog een scherpe foto kunnen maken.
Het is eigenlijk niet mogelijk om te beschrijven wat er dan allemaal met je gebeurt, maar ik ga het toch proberen: Ik was in totale verwarring! Was dit wel de Vale die ik ingekorfd had voor Limoges?? (Twee zusjes lijken erg op haar) Het is toch niet mogelijk dat hier een duif komt, terwijl liefhebbers in Utrecht en Gelderland, die wel 80 km minder afstand hebben, nog geen duif terug hebben?? Toch liep de duif na een minuutje binnen en werd ze geregistreerd. Ik stond echt te trillen op mijn benen, want dit moest wel een heel vroege duif zijn.
Het display bewijst, dat de duif toch echt gearriveerd is. Een opluchting dat dat veilig gesteld is.
Maar toen sloeg de stress nog meer toe: Ik probeerde de duif te melden met de speciale app en dat bleek goed te werken, maar de gegevens waren niet te zien op de site Compuclub Live. Ook melden op onze eigen verenigingssite lukte niet! Nu is het zo dat je officieel binnen een half uur de duif moet melden, anders is het mogelijk dat je gediskwalificeerd wordt. Ik belde mijn broer en die gaf de tip om de secretaris van de afdeling in te lichten. Dat deed ik meteen en ook postte ik een foto met een bericht op Facebook. “Dan heb ik in ieder geval bewijs dat die duif er op die tijd was”, dacht ik.
Intussen was Matthijs natuurlijk ook aangekomen. Ook hij was stomverbaasd, maar wel reuzeblij. Maar onze blijdschap over deze topprestatie werd toch flink getemperd, omdat er misschien wel een uur lang geen meldingen waren te zien op Compuclub Live. ZOU HET KUNNEN ZIJN, DAT WE DE 1e SPELEN VAN HET HELE CONCOURS??? Uiteindelijk verschenen mondjesmaat toch meer meldingen en ook die van ons kwam ertussen…..nee… erboven te staan.
Hier is al te zien, dat het een vrij zwaar concours zou worden.
De eerste appjes stroomden binnen evenals talloze reacties op Facebook. Mijn broer Gerard was de eerste die een boeket bloemen kwam brengen. Drie uur na LUCKY, zoals de vale duivin gedoopt werd, kwam haar doffer en binnen drie kwartier daarna viel nog een Rekker-Westradoffer en zijn duivin ( een halfzus van Lucky) Deze drie prijzen waren alle drie ruim 1 op 10. Samen zorgden ze dat ik op deze vlucht in Afdeling 8 de 4e Grootmeester word. En dat met 4 duiven die in 2021 ook prijsvlogen op de snelle Bergerac.
1 0742.9426 Comb. van den Dragt Harderwijk 610.533 2 0933.0371 Jack van Eck Dreumel 553.450 3 0849.0187 A. Borgers Huissen 541.100 4 0410.0482 A.J. Kok IJsselmuiden 507.871 5 0865.0018 Mark van Ingen Elst 419.320 6 0748.0666 H. Rozendal Wapenveld 414.043 7 0410.0962 W.J.E. Diender Grafhorst 392.655 8 0772.0007 R. Wolf Eefde 378.620 9 0937.9226 A. Driessen & Zn. Wijchen 373.535 10 0772.0197 Wilfred Pasman Empe 371.210
Het werd een energieverslindende ochtend en voormiddag. Tegen 15 uur ben ik drie kwartier in bed gekropen om de accu even weer wat op te laden. Inmiddels was ook de 5e duif terug. Hij stond op 3 dagen broeden en dat was eigenlijk geen gunstige stand. De 6e kwam de volgende dag enigszins gewond terug. Gelukkig lijkt het hem niet te belemmeren in het vliegen. De 7e duif is achtergebleven, maar was in het voorseizoen ook al de zwakste schakel.
Natuurlijk werd in onze eigen Afdeling 8 ook de zege behaald.
Rond 18 uur ging ik naar de club om mijn constateersysteem te laten uitlezen. De vlag hing uit! Veel felicitaties van de bijna 30 clubleden vielen mij ten deel. Ik heb iedereen op een consumptie getrakteerd. Op het einde van de gebruikelijke prijsuitreiking kreeg eerst het oudste lid, John Strieker, een boeket bloemen, omdat hij in Afdeling 8 voor het eerst in zijn leven een teletekstplaats had bemachtigd. Ook ik kreeg een boeket, waarna er nog een foto werd gemaakt onder de vlag.
Samen met voorzitter Hans Huisman, die deze dag samen met zijn vader schitterde op Niergnies.
Dan mag de stamkaart van LUCKY hier ook niet ontbreken. Er zijn veel goede bloedlijnen in te ontdekken. LUCKY is gekweekt door Matthijs.
In de dagen volgend op de feestelijke zaterdag heb ik regelmatig de uitslag van de Noordelijke Unie aangeklikt en elke keer bedacht ik hoe speciaal het is dit concours te mogen winnen. Ik kreeg twee keer een reporter over de vloer, een derde nam een telefonisch interview af en verder werd mij door 2 personen gevraagd digitale informatie door te spelen, waaronder het vooraanstaande Belgische duivenblad De Duif. We hebben in al die voorbije jaren gelukkig verschillende mooie prestaties met onze duiven mogen leveren, maar zoals ik het nu beleef, spant deze wel de kroon.
Dank aan allen die op welke manier een felicitatie hebben gestuurd en ook aan jullie die de moeite genomen hebben om dit blogbericht te lezen. Ik hoop dat het jullie heeft kunnen boeien.
Voor onszelf blijft dit blogbericht de beschrijving van een dierbare herinnering voor de toekomst.
Zo werd tweede Pinksterdag 2022 samen reporter Gerrit van Eikenhorst van HET SPOOR heel bijzonder.
Eindelijk kon onze vereniging, De Postduif te Kampen, weer een vergadering houden. Dat was ook wel nodig om iedereen in de club op scherp te zetten: niet alleen op eigen hok, maar ook in de club wacht er weer veel werk. Een mooie afsluiting van de vergadering was de huldiging van de jubilarissen. Ten gevolge van 2 jaar corona waren er intussen acht ‘opgespaard’. Mijn broer Gerard en ik behoorden daar ook toe. Als tieners waren we elk weekend in De Postduif om te helpen. En op een leeftijd van rond de 15 hielpen we tijdens het klokken afslaan al met het invullen van de ponsformulieren van rekenbureau Euregio, de eerste opvolger van degenen die de uitslag – handmatig!! – uitrekenden. Pas in 1971, op 20-jarige leeftijd , werd ik net als Gerard lid. Allebei hebben we er intussen dus officieus 55 en officieel 50 jaar lidmaatschap op zitten. Alle jubilarissen ontvingen een speld, een oorkonde en een waardebon. Daar kwam nog bij dat voorzitter Hans Huisman zich goed had voorbereid en voor iedereen een passende toespraak had, inclusief een mooi boeket natuurlijk.
V.l.n.r.: Arnold Kok, Tijmen Huisman, Gerrit Schrijer, Klaas Kruithof Gerard Kok, Kees Post, Gerrit Huisman en Mark van den Berg. Op de achtergrond Hans Huisman.
Op de voorlaatste vergadering had ik voorgesteld om het pleintje op te knappen, dat voor ons prachtige clubgebouw ligt. Veel tegels waren verzakt, de aansluiting op de asfaltweg was rommelig, waardoor er onkruid groeide en de oprit voor de mandentrolleys naar de ingang was aan vervanging toe. Het voorstel werd vlot aangenomen. Ik stelde mezelf beschikbaar en oud-voorzitter Wim Diender en ook de 82-jarige Jan Kanis staken hun vinger op. In maart moest het dan toch wel gebeuren! Ik overlegde met Johan de Vries – intussen ook bestuurslid – en vroeg nieuwkomer Jesper Hollander erbij om de hoge gemiddelde leeftijd (circa 70 jaar!) wat te drukken. In drie lange ochtenden stripten we het plein (7x 12 meter), verspreidden we 6 kuub zand , creëerden we een permanente oprit, herstraatten we het plein en plaatsten we kunststof paaltjes. Dit om te voorkomen dat er auto’s zouden worden geparkeerd. Om te zorgen dat de bestrating mooi vlak zou liggen hadden we wel wat professionele hulp nodig. Daarvoor had ik mijn zoon Matthijs gevraagd, die het zand netjes heeft uitgevlakt. We zijn erg blij met het resultaat: schoonheid en effectiviteit gaan straks hand in hand.
Even pauze met Roel van Bruggen, Matthijs Kok, Jan Kanis en Jesper Hollander. Op deze foto is ook enigszins te zien hoe mooi ons gebouw gesitueerd is in het Kamper plantsoen.Uitgerekend erevoorzitter Gert van ’t Veen kwam ons heerlijke tompouces bij de koffie brengen.Het resultaat mag er zijn.
Op eigen hok heb ik natuurlijk de laatste weken ook niet stilgezeten. Er is een ronde jongen afgezet, die deze week wordt aangevuld met een tweede ronde van de kwekers. Dan zit het nieuwe onderkomen van de jonge duiven ook écht vol. Ik heb al jarenlang geen drinkpotten meer in de hokken, maar wel de bekende blauwe drinkbakjes. Om de jonge duiven daar vanaf het spenen bekend mee te maken heb ik er nu een poos zes stuks bij elkaar gezet als voerbak. Drinkbak en voerbak hebben nu even dezelfde kleur. Mijn voornemen is om vanaf a.s. weekend de jonge duiven elke weekend in de mand te zetten, voorzien van voer en water. Juist: in diezelfde blauwe bakjes.
Op moment van schrijven zitten de vliegduiven net een dag of 5 gescheiden. Op 5 april worden in ieder geval de dagfondvliegers gekoppeld. Voor de overnachters ga ik nog een keer aan het rekenen, voordat het voor hen zo ver is. Best wel spannend, want de voorbereiding op het seizoen is nu heel anders dan voorheen. Iedereen veel succes gewenst met de opstart van VLIEGSEIZOEN 2022 !!!
Zo langzamerhand ontwaak ik weer uit mijn winterslaap. Afgezien van de herinrichting van mijn hokken is er weinig gebeurd op de hokken. De duivensport stond op een laag pitje, zeker in deze coronatijd. Maar in de eerste weken van januari heb ik toch al weer een paar leuke hokbezoeken afgelegd. Allereerst mocht ik bij clubgenoot Johan de Vries zijn kweekduiven bekijken. Het was om de vingers bij af te likken: prachtig kweekmateriaal! Er begint zo langzamerhand al duidelijk een stam te ontstaan! En Johan heeft ook nog een aantal indrukwekkende nieuwelingen aangeschaft. Het was gezellig ‘melken’ bij Johan.
Johan de Vries, IJsselmuiden
In de winter worden steeds meer bonnenverkopingen gehouden. Ik stel er een aantal beschikbaar en kijk ook regelmatig of ik zelf nog wat leuks op de kop kan tikken. Een bon van een andere clubgenoot, Henri van den Berg, leek me wel wat. Dus in overleg met Matthijs heb ik die gekocht. Hoewel het een bon voor een jong 2022 was, konden we er ook een laat zomerjong voor krijgen. Toen bleek dat het een duivin was, hadden we er wel oren naar. Ook bij Henri konden we even een kijkje in de hokken nemen en kregen we enkele kwekers in handen. Henri vertelde dat hij vier doffers uit het Bosuakoppel, Bruce Lee en Lucy Liu, op het kweekhok heeft. En ook vier duivinnen uit een ander topkoppel, namelijk Justin x Rosella. De ouders van onze aanwinst komen uit deze twee fantastische kweekkoppels. Mooi is, dat mijn Schalie precies dezelfde 4 grootouders heeft, maar andere ouders. De Schalie wordt nu ook gebruikt voor de kweek. Deze beide duiven passen prima in onze Henri vanden Berg/ Johan de Vrieslijn.
De bonnen die ik beschikbaar stelde betroffen vooral late jongen uit goede vliegduiven en een enkele kweker. De mooiste bon heb ik bewaard voor mijn vereniging De Postduif, Kampen . Die bonnenverkoop haalde een recordgemiddelde van €190!! De koper van mijn bon had hier in de zomer ook al eens een jong gehaald: Nick van Adrichem uit Emmeloord. Het duivinnetje dat hij kwam ophalen is een inteelt naar de Blue Surprise. Ik had die oude baas en ook Grande Dame, Lotte en Noa bij Matthijs opgehaald om ze aan Nick te laten zien. Mooi om te zien dat hij zó onder de indruk van deze duiven was! En van zijn aanwinst was hij ook helemaal weg, getuige onderstaande foto.
Nick van Adrichem, Emmeloord
Tenslotte heb ik na de ‘winterslaap’ mijn oor eens te luisteren gelegd bij een liefhebber, die niet alleen met oude maar ook met jonge duiven superuitslagen weet te realiseren: Dirk Huizinga uit Bant was zelfs een paar jaren geleden de Beste Liefhebber van Nederland!! We kennen elkaar al meer dan 30 jaar. Hij heeft mij vooral zijn voerschema uit de doeken gedaan en de verdere begeleiding van de jonge garde. Ik ben van plan die naadloos over te nemen, in de hoop dat de verliezen beperkt zullen blijven en dat ik met name op de jonge duivenvluchten boven de 300 km leuke uitslagen kan maken.
Dirk Huizinga, Bant
Het is voorlopig de bedoeling om op 28 januari kwekers en vliegers te koppelen. Dat is voor ons een totaal nieuwe aanvangsdatum van de kweek. We hebben er wel zin in, maar ik vind het wel een hele uitdaging hoe ik op mijn kleine accommodatie de overstap naar de vluchten moet gaan maken. Lukt het mij om de vliegduiven (nestduiven!) over een vrij lange periode gescheiden te houden, voordat ze gekoppeld worden voor de eerste dagfond- respectievelijk marathonvluchten ??
In mijn blogbericht van 2 oktober heb ik al gemeld, dat er dit najaar een verbouwing in mijn vlieghokken zou plaatsvinden. Het grootste deel van die verbouwing is intussen al gerealiseerd. Omdat ik een ren voor het vlieghok van de oude duiven heb, kon ik de aanpassing hiervan meestal uitvoeren, terwijl de duiven in het hok of in de ren zaten. Ik ben begonnen met de eerste tussenwand te verwijderen en ook de loketkasten in die beide hokjes. Gaatjes en kieren heb ik dicht geplamuurd of gekit. Waar nodig heb ik nog een likje grondverf aangebracht en daarna heb ik de wanden en het plafond met speciale kalk bestreken. Dit moet er o.a. voor zorgen dat bloedluizen en zwarte luizen wegblijven. Ik heb daar een paar keer last van gehad midden in het seizoen. Best vervelend! Ik denk wel dat het erwtenstro, dat ik toen ook als nestmateriaal gebruikte, dit probleem in de hand heeft gewerkt. De laatste jaren gebruik ik de aloude tabakstelen weer als vulling voor de nesten.
In het voorste hok zijn de broedhokken al geplaatst. In het achterste hok zitten de oude broedhokken nog.
De nieuwe broedhokken heb ik gekocht bij Henk van der Linde in Zwartsluis. Ze hebben elk een kantel/schuifrek en dat bevalt nu al erg goed. Twee torens met 4 broedvakken van 60 breed heb ik kant en klaar opgehaald. De andere 4 heb ik als bouwpakket gekocht. Die zijn wat goedkoper dan de kant en klare. Deze broedbakken zijn 65 breed. Maar ik ben er nog wel even zoet mee geweest om ze in elkaar te zetten. Alle schroeven moesten worden voorgeboord en alle verbindingen verlijmd. Gelukkig kon ik dit klusje in onze ruime keuken klaren. En toen het een oppasdag voor twee kleindochters was, heeft een van hen me nog even geholpen ook.
Foto is helaas niet helemaal scherp, maar geeft toch een beeld….
Daarna heb ik de 3 torens in het achterste hok geïnstalleerd. De in totaal 6 torens pasten maar net op de volledige, inwendige breedte van het hok! Met tochtband en kit heb ik kieren voorkomen en weggewerkt. Daarna heb ik een tussenwandje gezet met een draaideurtje. Het is een genot om de duiven in deze twee hokken te verzorgen. Nu maar afwachten of ze er minstens zo goed op gaan vliegen.
Hok voor de overnachtduiven.
Zoals eerder gezegd verhuizen de jongen naar het hok dat tegen de berging staat. Het is 2.28 m breed en 1.63 m diep. Ik heb een mooie loketkast gratis kunnen ophalen in Friesland en die heb ik – net als de loketkast die ik al had – moeten inkorten om ze een passende plek te kunnen geven. Het is dus de bedoeling alleen te kweken voor de jonge duivenvluchten en niet meer voor de natoer. Een bevriende duivenmelker, die ook met jongen hard weet te spelen heeft toegestemd in mijn verzoek om mij op dat vlak eens bij te praten. Tot nu toe speelde ik de jongen alleen om ze ervaring te laten opdoen. Een leuk prijsje beschouwde ik als meegenomen. Alhoewel…ooit was ik 12e Nationaal kampioen jonge duiven.
Maar ik hoop in 2022 met de jongen wat betere uitslagen neer te kunnen zetten, al blijft het hoofddoel om op het eind van het seizoen een mooi aantal goed bevlogen dagfond- en overnachtfondjongen over te houden. Daarom wil ik het jongenhok nog verder aanpassen, namelijk door een paar schuifdeurtjes in te passen, zodat ik de jongen in de tweede helft van hun seizoen op de deur kan spelen. Dat wordt nog wel even een uitdaging. Vooral wordt het een puzzel hoe ik ze apart kan laten uitvliegen. Daar moet ik nog wel een poosje op ‘broeden’.
Het moet in de winter van 2017/2018 zijn geweest, dat wij kennismaakten met Auke Rekker. Hij kocht van ons een kweekdoffer. Liever gezegd: we ruilden hem tegen twee jongen van 2018, twee bonte kleindochters van Roos. We gingen ermee spelen. Aanvankelijk leek dat goed te gaan, maar één ging toch bij de jonge duivenvluchten uiteindelijk verloren. De ander bleef in 2019 achter.
Maar… we bleven onder de indruk van de duiven van Auke en Marijke en haalden in 2018 al de eerste van onze huidige Rekkerkwekers: Auke, Kjeld en Lobke. Daarna zijn er elk jaar wel een paar Rekker-Westraduiven verhuisd van Berlikum naar IJsselmuiden/ Kampen: Kinderen van de Vale Orange en van Selina bijvoorbeeld. Een paar weken geleden stapten we wéér in de auto naar Friesland. We mochten een nieuwe duivin ophalen voor een eerdere aankoop, waarmee we veel pech hadden. Maar Matthijs en ik hadden tegen elkaar gezegd dat we er nog een doffer bij zouden kopen , als het aanbod ons aanstond.
Na eerst een poos lekker te hebben bijgekletst, onder het genot van een kopje koffie konden we nu ook voor het eerst de nieuwe hokaccomodatie zien. Prachtig was dat. En toen werd het zoeken. We hadden er in feite al gauw een paar op het oog, maar van eentje was het de vraag of het een doffer of duivin is. Telkens zocht Auke weer een duifje op en gaf het ons in handen. Uiteindelijk zijn we erg tevreden over de twee waarmee we huiswaarts keerden. Weer twee kleinkinderen van Roos, maar nu stroomt er ook nieuw Jellema-, Batenburg- en Ernestbloed door hun aderen. We zijn er erg blij mee en hopen dat deze 2 zullen zorgen voor meer successen van de Rekkerduiven op ons vlieghok.
Het afsluiten van het vliegseizoen ervaar ik altijd weer als een keerpunt in het duivenjaar. Je zou het kunnen vergelijken met de jaarwisseling zoals we die via de kalender kennen. Andere momenten waarop ik onze hobby als het ware vier zijn de start van de kweek en de start van het vliegseizoen. Maar zoals gezegd: eigenlijk staan we nu aan het begin van een nieuw duivenjaar. De rui is niet de leukste periode maar zeker erg belangrijk. Nee het leukste van deze tijd vind ik de “goede voornemens” t.a.v. het nieuwe duivenjaar. Eigenlijk ontstonden die al in de tweede helft van het voorbije vliegseizoen.
Zo merkte ik, dat ik niet echt – zoals vorige jaren – het enthousiasme en de energie kon opbrengen om de natoerjongen naar het vliegseizoen te begeleiden. Het wordt me allemaal wel een beetje veel, waarschijnlijk omdat ik een pietje precies ben en de jaren gaan tellen. Er is nog een tweede reden waarom ik het in 2022 anders wil aanpakken met de jonge duiven. Dat is namelijk, dat ik het steeds belangrijker vind de jonge duiven een gedegen en uitvoerige leerschool te geven in hun geboortejaar. Dat lijkt ook landelijk steeds meer de tendens te worden. Daarom heb ik – natuurlijk in overleg met Matthijs – besloten in 2022 alleen maar jongen te kweken voor het eigenlijke jonge duivenprogramma. Dat houdt in, dat we niet al rond nieuwjaar beginnen met kweken, maar waarschijnlijk ongeveer een maand later. De eerste ronde van de kwekers zal worden overgelegd naar de vliegduiven, er zal ook uit de beste vliegduiven gekweekt worden en de tweede ronde kwekers maken mijn jonge duivenbestand voor 2022 compleet. Ik moet nog wel een poosje nadenken hoe ik de vliegduiven na de kweek voorbereid op het vliegseizoen. Dat zal nog wel het nodige kunst- en vliegwerk vragen!!
Dit alles houdt wel in, dat ik de verdeling van al mijn vliegduiven over de hokken moet veranderen. Afgelopen jaar was het grootste van mijn twee hokken verdeeld in 3 kleine afdelingen. Daarop huisden de dagfondduiven, de vroege jongen en de natoerjongen. De overnachtploeg zat in het hok tegen de schuur. Na de rui ga ik het grote hok in tweeën verdelen. De dagfondduiven blijven dan in het ene deel en de overnachtploeg komt in het deel ernaast te zitten. De ploeg jonge duiven komt dan in het hok tegen de schuur.
In 2007 zaten hier ook de jongen. Een hele goede lichting, want 3 ervan vlogen in 2008 elk Teletekst.
Omdat het de bedoeling is 12 koppels dagfond en 12 koppels overnachtfond te houden, zullen er wel nieuwe broedhokken moeten komen. De huidige zijn 70 cm breed en daarmee kom ik niet goed uit in de nieuwe opstelling. In elk hok komen 2 torens met 4 vakken van 65 breed en 1 toren van 60 breed. Het is trouwens een dubbeltje op zijn kant geweest of ik wel door zou gaan met zowel dagfond als overnachtfond te spelen. Ik dacht er halverwege het seizoen soms over met de overnacht te stoppen. Maar de 1e prijs Sint Vincent in het NIC en de grandioze belevenis van Bergerac heeft me/ons weer ruimschoots motivatie gegeven om op het ingeslagen pad door te gaan.
SIEM, 1e in NIC Kampen op St. Vincent
Voornamelijk door ruil is er nog versterking gekomen via de combinatie G.Beelen en Zn. uit Hierden. Deze allround spelers maakten een uitstekend seizoen door. Christiaan heeft zich de laatste jaren ook toegelegd op het overnachtwerk en het resultaat was dat ze dit jaar op 3 marathonvluchten Teletekst speelden. Van hen kregen we een jonge duivin uit Rocky, 1e NPO Limoges 2021 op 1.971 duiven. Verder ook nog een late duivin van 2020 uit 2 duiven van 2019 die als jaarling al de 49e en 66e Beste Marathonduif van Nederland waren. Uit de 8e NPO Perigueux op 2585 duiven van dit jaar kwamen ook nog twee jongen. En tenslotte hebben we aan samenkweek een prachtige dagfondduivin overgehouden, die komt uit onze Blue Surprise en hun Sanne. Sanne is trouwens ook de moeder van Rocky!!!
Matthijs is maar wát blij met de aanwinst, die Christiaan hem overhandigd heeft.
(Waarschuwing: Dit blogbericht is nogal lang uitgevallen, maar ik denk dat het de moeite waard is om het helemaal te lezen.)
Mijn vrouw Anet kreeg 2 weken geleden een appje van Matthijs: “Ik heb hier 2 meisjes, die graag bij opa en oma willen logeren.” Dat konden we Lana en Ilja in hun eerste vakantieweek natuurlijk niet weigeren, dus een paar dagen later kwamen ze aanzetten met hun koffertjes vol kleren en knuffels.” Het werden een paar leuke, maar intensieve dagen. Afgelopen vrijdag kreeg ik weer een appje van Matthijs: “Denk dat ik maar op Groenendael overnacht, als dat kan.” Die middag waren 11 nestduiven van ons gelost in Bergerac en die ochtend zowaar ook 4 stuks in Narbonne. De westelijke en zuidwestelijke wind wezen erop, dat er die nacht wel eens duiven thuis zouden kunnen komen. Dus tegen half 9 kwam Matthijs aanzetten op zijn fiets, met een plastic zak met spullen voor de nacht. Een logé van 1 m 96 ! We hebben toen bij de koffie zitten rekenen hoe groot de kans van nachtvliegers zou zijn e.d. Na de meldingen van Narbonne nauwkeurig gevolgd te hebben en nog een poos buiten te hebben staan wachten zijn we om half 12 naar bed gegaan; zoals gewoonlijk heb ik mijn laptop op een slaapkamertje gezet: www.compuclub.nu
Rond 01.30 uur moest ik naar de wc en ik keek meteen even naar de meldingen. En jawel hoor.. er waren er al de nodige in den lande. Even later zag ik dat Matthijs al beneden zat, nog eens extra telefonisch gewaarschuwd door mijn broer Gerard. “Je mag nog wel even naar bed gaan, hoor,” zei hij “Ik hou het hier voorlopig wel in de gaten.” Na een drukke week kon ik dat aanbod niet afslaan. Tegen 02.30 uur hoorden Anet en ik een hard gestommel op de trap: “Volgens mij zit er één!! Kan bijna niet anders!!” Ik vloog mijn bed uit, trok een ochtendjas aan en volgde Matthijs. Die had al een bezem en een bal gepakt en liep ermee naar een parkeerpleintje, zo’n 70 meter schuin achter onze woning. Hij wees naar de schuinte van een dak, waar tussen twee pijpen in inderdaad iets bonts te zien was. Al gauw zagen we dat de tekening van de duif wel érg veel leek op die van onze eerstgetekende. Na de derde worp met de bal van Matthijs vloog hij op, maakte een halve boog over het pleintje en landde ongeveer 20 meter verderop op een lager gelegen dak. De dakgoot hing op ongeveer 1 m 50. Wat toen volgde had ik eigenlijk moeten filmen: Matthijs’ lengte van 1 m 96 kwam goed uit om een poging te wagen de duif te pakken. Dat lukte gelukkig meteen! Matthijs zette een sprint in richting de constateerantenne en ik rende er in mijn badjas achteraan, met de bezem en de bal in mijn handen. (Zie je het vóór je??) “Hij doet het niet!!” riep Matthijs, nadat hij de duif een paar keer met zijn poten over de antenne had gestreken. In alle hectiek was hij vergeten, dat we die avond het constateersysteem – dankzij een lange kabel – naast mijn nachtkastje hadden gelegd. Daardoor was de piep niet te horen geweest.
Na controle bleek de NL20-1105230 toch echt om 02.33.07 uur te zijn geconstateerd. Matthijs vertelde, dat hij van achter ons huizenblok al wel de daken ervan had bekeken, maar om meer licht te krijgen was hij naar het pleintje gelopen. Daar ontdekte hij de duif. Nog vol ongeloof keken we elkaar aan: “Zie je wel, toch die roodbonte! Hij stond er ook zo mooi op! En van Perigueux was hij er rond half 7 ook al, onze eerste jaarling! Had dierenarts Nanne Wolff toch gelijk, toen hij zei dat ze er zo goed op stonden en dat we ze zeker zouden gaan draaien. “
Nu werd het toch wel tijd om echt buiten te gaan staan of zitten wachten. Na een kwartiertje zei Matthijs, wijzend naar het dak van een huizenblok dat loodrecht op het onze staat: “Wat is dat voor iets, onder dat grote dakraam??” Het zal toch niet waar zijn, dachten we. We besloten om ons blok heen te lopen en zo dichter bij het bewuste blok te komen. En ja hoor… wéér zagen we iets bonts afsteken tegen de donkere dakpannen. “Dat moet het kakelbonte Rekkerduivinnetje zijn!” Ik floot 2 keer het voor mijn duiven bekend deuntje.
Meteen ging het bontje op de vleugels, maar toen we weer achter ons huis waren, konden we haar nergens vinden. Een poosje later ontdekten we haar weer op hetzelfde huizenblok, nu op de nok, helemaal aan de linkerkant. We liepen er wéér naartoe, ik floot wéér mijn deuntje en het bontje vloog wéér op, vóór ons huizenblok langs en mogelijk in een boog richting het hok. Maar wéér was ze nergens te vinden.
In de tijd tussen 3 uur en 5 uur zijn we minstens 3 á 4 keer in een straal van 100 meter door ons wijkje gelopen, de laatste keer zelfs in een wat grotere straal gefietst. (Later op de ochtend las Matthijs op zijn stappenteller, dat we 8.000 stappen hadden gezet!!! Weliswaar inclusief een klein uitstapje voor een praatje met Henri van den Berg.) Maar er was geen bontje te bekennen! Dat vonden we knap frustrerend, maar tegelijkertijd waren we maar al te blij dat er eentje ‘in de klok zat’. Toen we rond 5 uur weer langs het pleintje kwamen zagen we – dankzij het eerste licht van de opkomende zon – aan de achterkant van een achter ons gelegen huizenbok een donkere duif zitten, net even onder de nok. Na wat gezwaai en gefluit was het duifje eindelijk naar de nok gekrabbeld. Toen haalde ik een busje voer om mee te rammelen, ging tussen dat huizenblok en het onze staan en rammelde en floot. Toen kwam opeens, ergens van vrij laag, op 20 meter van het hok, het bonte Rekkerduivinnetje tevoorschijn. Had ze tóch 2 uur lang ergens verscholen gezeten, zo kort bij het hok, maar niet op te merken. Om 5.16 uur werd zij geconstateerd en pas een kwartier later de derde duif. Om 5.42 uur hebben we zowaar de 4e duif vanuit het zuidwesten aan zien komen. Uit de meldingen in ons Nationaal InkorfCentrum bleek dat we bezig waren een uitstekende uitslag neer te zetten.
Uiteindelijk wonnen we in het NIC tegen 271 de prijzen: 1, 8, 9, 13, 27, 36, en 51. In groter verband – afdeling 8 en zelfs Nationaal -behaalden we met de 11 ingezette duiven zelfs 8 prijzen! Stilletjes hoop ik zelfs op een mooie plek in het klassement Grootmeesters in Afdeling 8, of Sector 3 !?!?! ’s Middags tegen 14 uur was ook de laatste van de 11 thuis. Opvallend – maar ook wel verklaarbaar- was, dat de 3 duiven die misten de minste ervaring hadden. Geen van die drie had in ieder geval een dagfondvlucht gehad.
Rond 10 uur kwam Martine met Ilja en Lana op de koffie. Ze hadden een leuke verrassing: Een heerlijke appeltaart met de letters HOERA en een stel kaarsjes erop. Die moest ik natuurlijk uitblazen. Wat een heerlijk moment met Matthijs zijn gezinnetje!
Hoe wonderlijk was deze nacht geweest!! Vooraf had ik nog tegen Matthijs gezegd: “Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Op dit weer zit je eigenlijk niet te wachten. Deze duiven zouden juist een vlucht van 1200 meter per minuut aankunnen.” Inkorven voor Narbonne was ons door Nanne Wolff ingegeven. Eén specifieke tweejarige leek hem het uitgesproken type voor de ochtendlossing. Uiteindelijk besloot ik nog twee tweejarigen te zetten, die nog geen prestaties hadden neergezet. En ook nog een jaarling en een vijfjarige duivin, die twee jaar geleden aan de vleugel gewond terugkeerde. Nanne meende dat ze daar toch nog wel wat last van moest hebben. Toch was zij de eerst aankomende om 9.25 uur. Als 18e van de 118 duiven in NIC Nieuwleusen. Een paar uur later arriveerde de jaarling, vrij kort na sluiting van het concours. De laatste 2 zijn nog onderweg.
Terugkijkend op deze bijzondere vlucht gaan onze gedachten naar het volgende:
Waarom zijn alle drie de eerste duiven ‘geland’ bij het parkeerplaatsje? Wel, waarschijnlijk omdat het een vrij open ruimte is en omdat er een stuk of 4 lantaarnpalen staan???? Hoe lang zouden die duiven er wel gezeten hebben? Zijn ze ná elkaar gekomen, of..?
Rechtsboven ons huis, met de witte auto ervoor. Linksonder het dak waar de roodbonte gepakt werd, bij de blauwe auto. Rechts in het midden, bij ‘Zalmkwekerij’ , het huis waar het Bontje ontdekt werd. In het midden het huizenblok waar het donkere duivinnetje zat, aan de zuidkant, links van d nok.
Maar ja, de blijdschap overheerst, nog steeds. Wat een bijzondere belevenis was deze vlucht! Het feit dat we er zo’n uitslag maakten bewijst wel dat ze iets in hun mars hebben, ook voor 2022.
TOT SLOT:
Hoe komt het toch, dat ik op het moment van schrijven nog steeds een lichte spierpijn in mijn kuiten voel??? 😉
Eén laatste belangrijke vraag zal voor mij voor altijd onbeantwoord blijven: Wat als ik die nacht géén logé van 1 m 96 in huis had gehad………..???
Zo begin je aan het fondseizoen en zo is het bijna afgelopen. Afgelopen zondag werd Chateauroux als laatste dagfondvlucht vervlogen; aanstaande dinsdag korven we al weer in voor Bergerac, de laatste middaglossing. Voor het eerste sinds jaren had ik een paar weken geleden weer eens ingekorfd voor Dax (Cahors). Eerstgetekende was de rode zoon van de Bever, die op Limoges en Perigueux al prijs vloog. Helaas miste hij deze keer. Maar hij was ’s avonds gelukkig wel thuis. De vierjarige duivin uit Pipa, die niet naar Sint Vincent kon, omdat Wolff de vleugel niet in orde bevond, vloog een prijs in de middenmoot. De 3e duif, die miste van Limoges, bleef achter. Voor Issoudun waren de verwachtingen toen hoog. Ze trainden prima en zagen er goed uit. Ik scoorde een knappe duif bij de eerste 100 , maar daarna viel er een flink gat. Niettemin stonden er in de afdeling nog wel 6 van mijn 10 duiven op de uitslag. Mijn eerste was toen een jaarling dochter uit de Blue Surprise (kortweg BS), die toen gekoppeld zat aan een duivin, die we hebben aangekocht bij Henri van den Berg.
Diezelfde duivin stond er ook fantastisch voor op de vlucht vanaf Chateauroux. Omdat één duivin voortijdig moest leggen gingen er nu 9 mee. Zoals bekend werd het een loodzware vlucht, waarvan ’s avonds het concours nog niet gesloten was. Na een hele tijd van wachten op de eerste duiven viel de zon weg uit onze tuin. Ik stond nog in mijn korte broek en t-shirt. “Ik ga even wat anders aantrekken,” zei ik tegen Matthijs, “dan komt er vast wel één.” Toen ik binnen een minuut terug was, zei Matthijs: “Er is er eentje. “ Ik dacht dat hij mij voor de gek hield, maar inderdaad kon ik nog net een staart zien verdwijnen door het valgat. Het was wéér de jaarling uit BS.
Die avond viel er nog een duif en de derde was er de volgende dag als een van de eersten, zoals uit de meldlijst bleek: 6.15 uur. Rond half 8 kwam een gewond jaarling duivinnetje nog op tijd voor de prijzen. Nu werden het dus 4 van de 9 prijzen. De dochter van BS is dit jaar 4 keer mee geweest op de dagfond, omdat ze tijdens de derde vlucht moest leggen. De eerste (regen) vlucht vloog ze een prijs in de staart van de uitslag, op de andere 3 behaalde zij telkens een klassering bij de eerste 100: E22 Salbris: 67e / 2367 d. E24 Issoudun: 48e / 2111 d. 38e Chateauroux: 17e / 1770 d. Op maandag waren er 7 van de 9 terug! Dinsdagavond kreeg ik een telefoontje uit Oosterwolde, waar nummer 8 was binnengelopen, op 10 km afstand van huis. Deze duivin vloog vorig jaar nog 2 keer een 42e NPO !! Maar ik hield een grote kater over van deze vlucht, omdat De Strik nog niet thuis was. Zij is een kleindochter van BS. Net als Noa stond zij vorig jaar nog op Teletekst van een dagfondvlucht!! Het is dinsdagavond als ik dit typ en intussen ben ik toch erg opgelucht, want De Strik zat vanavond om 18 uur – na 3 en een halve dag – toch weer op de klep!! E ik kreeg nog meer een voldaan gevoel, toen ik de eindstand van het dagfondkampioenschap in Afdeling 8 zag: 13e onaangewezen tegen gemiddeld 450 deelnemers.
Misschien denkt u: Wat heeft die Noa ( 1e NPO Noord Chateaudun 2021 en 1e in Zone 2 van de NU) dit jaar gepresteerd?? Wel, ik had de pech dat zowel van Noa als van De Strik de doffer al in mei verloren ging. Twee voor de kweek uitgeleende doffers moesten haastig ingepast worden, maar ideaal is dat natuurlijk niet. De Strik heeft nog wel een paar prijsjes gewonnen, maar kwam niet echt op gang. Noa moest bij inkorving voor een dagfondvlucht ook nog eens leggen. En omdat haar vader, de Blue Surprise, flink begint te haperen met het bevruchten hebben Matthijs en ik besloten Noa niet meer te spelen en volgend jaar te verhuizen naar het kweekhok.
Zo’n 2 a 3 keer per jaar is het goed raak in het weekend. Dan hebben we 3 vluchten op 1 dag. Zaterdag 19 juni was er zo één. De duiven van overnachtvlucht Perigueux (ruim 900 km) waren vrijdag vrij laat gelost, om 15.30 uur. Dat was – net als de westen wind – een teken, dat de kans op nachtvliegers groot was. Voor het eerst in mijn leven heb ik vrijdagnacht het licht in mijn hok aan gehad. Het elektronisch constateersysteem lag naast mijn bed. Ik was om half 1 wakker en zag op de laptop, dat er nog geen meldingen waren. Om half 3 keek ik weer en zag dat er al een aantal duiven bij diverse liefhebbers waren aangekomen. Ik heb toen mijn broer Gerard geappt, dat de eerste er in den lande waren. Toen ik om half 5 wakker werd, stond Matthijs al buiten te kijken. Even daarna bleek dat Gerard er om 4 uur eentje buiten had gevonden, die om 10 over 4 geklokt werd. Het bleek op onze afstand een mooie kopduif. Ik had 10 duiven mee, waaronder 5 jaarlingen. Om kwart over 5 zagen we onze 3-jarige rode doffer vallen. Hij was ook mijn eerste van Limoges. Hij is gekweekt uit onze “Bever”, een zoon van Gerards Vale Jos, en uit een dochter van De Belg van Siem en Karst Kolk.
Kweekdoffer ‘De Bever ‘
In totaal werden er 5 van de 10 duiven in de uitslag gedraaid. Daarmee werd in het kampioenschap van Grootmeesters Afdeling 8 de 20e plek veroverd. Van de 10 duiven keerde helaas 1 mooi duivinnetje niet terug. Al met al kan ik tevreden zijn over deze vlucht.
Voordat op het eind van de middag de duiven van de dagfondvlucht zouden komen , werd het tijd te gaan wachten op de midfondvlucht vanuit Morlincourt, 390 km. Deze vlucht verliep – door motregen in België waarschijnlijk – heel onregelmatig. Ik had behalve het Sint Vincentkoppel alle overige thuiszittende duiven ingekorfd op deze vlucht met één nacht mand. De meeste hadden geen echt goede neststand. Het duurde dan ook érg lang voordat de eerste duif zich aandiende. Voordat de eerste helft van de 12 duiven thuis was, was er een uur verstreken. Het leek erg zorgelijk te worden, maar tussen 17 en 18 uur kwam de tweede helft naar huis. Geen kleerscheuren dus en een goede training gehad!
Voor de derde dagfondvlucht vanuit Vierzon (623 km) had ik maar 7 duiven ingekorfd. Dat kwam vooral omdat een aantal duivinnen moesten leggen. Teletekstduif De Strik zat op een jong van 5 dagen en was mijn eerstgetekende. Als tweede op de lijst stond de 08, een jaarling die de vorige twee keer ook al prijs vloog. Als derde getekende stond de LICHTE BLAUWE (Zie stamkaart hierboven) Hij komt rechtstreeks van Gerard van den Berg. Op Salbris was hij mijn eerste, maar omdat ik een snelle vlucht verwachtte stond hij 3e getekende. Gaandeweg de middag bleek uit meldingen van andere afdelingen, dat de snelheden veel lager uitvielen dan wellicht verwacht. Na ruim 9 en een half uur vliegen dook hij toch weer als eerste van mijn duiven naar de klep. Bij melding bleek hij de 5e in De Postduif te Kampen tegen 152 duiven. De liefhebbers van onze club klokten echter weer zó hard op de dagfond, dat de Lichte in groter verband nog beter uit de verf kwam:
Zoals op de stamkaart te zien is, vloog de Lichte vorig jaar al twee knappe prijzen op de dagfond. Na een 27e NPO Salbris op 2367 duiven volgde dus nu een 11e NPO op 1958 d. De Strik kwam wat later dan verwacht, maar scoorde toch weer een knappe prijs. Ik heb wel eens horen vertellen, dat duiven op lange vluchten er soms in slagen al vliegend water uit een meer of rivier te drinken. Deze foto van de Strik – direct na binnenkomst gemaakt -wekt de indruk dat zij dat inderdaad heeft gedaan.
Ook de jaarling 08 was weer mooi op tijd. De volgende dag bleek dat hij wel erg diep was gegaan. Daarom gaat hij dit jaar niet meer mee. Ik heb hem hard nodig voor volgend jaar. De overige 4 duiven zijn alle jaarlingen, waarvan er 2 voor het eerst de dagfond op gingen. Rond 22.00 uur, toen ik in de club achter de computer zat, zijn er nog twee gekomen en de laatste 2 arriveerden in de loop van de zondag. In de club moesten dus alle systemen van 3 vluchten worden uitgelezen. Mijn taak is de bediening van de centrale verenigingscomputer. Kort voor 23 uur waren we klaar, dachten we…… Want tegen kwart voor 12 belde de voorzitter dat 1 lid niet in de de uitslag stond. Dus maar weer op de fiets geklommen en samen met broer Geard – die centrumleider is – weer de brug over naar Kampen. Het lek was gelukkig gauw gevonden, maar na een korte nacht kwam ik nu nóg eens laat op bed. Tot overmaat van ramp bleek de volgende ochtend dat ik de wekker nog steeds op 5 uur had staan, want toen liep ie al weer af!!!! Het heeft me anderhalve dag gekost om me weer een beetje fit te voelen.
Overwerken op 70-jarige leeftijd moet je echt niet te vaak doen!!