TUSSENJAAR

Een tussenjaar is bedoeld om de horizon te verbreden en ideeën op te doen, aldus Wikipedia. Ik voel me dit jaar ook een beetje in een tussenjaar zitten. De jaren ( 73! ) beginnen hier aardig mee te tellen. Ik ervaar, dat twee disciplines spelen me teveel werk en spanning geeft. Al eerder schreef ik in dit Blog al over de plannen die Matthijs en ik voor dit jaar hadden en voor volgend jaar hebben. Nu merk ik dat ik in gedachten al vaak bezig ben met de situatie zoals die in 2025 zal zijn: Geen marathonduiven meer op mijn erf, maar wel dagfondduiven. Daarmee neem ik ook afscheid van het nestspel en zal ik totaal weduwschap gaan spelen.

De bedoeling was om dit seizoen op de dagfond eens volgens het systeem van Gerrit Jan Beens te gaan spelen. Maar toen in april die duiven vooreerst op weduwschap werden gespeeld, kwamen er een paar bescheiden succesjes. Na nog een week broeden – wegens eerder aangegaan verplichtingen – werden ze toch weer op weduwschap gezet. Ondanks dat de hokinrichting daar niet optimaal voor is.

De ren, waar ’s nachts de doffers en overdag de duivinnen in zitten.

 Ik dacht: “Waarom zou ik nu al niet vast proberen te wennen aan het totaal weduwschap spelen? Dan weet ik volgend jaar al enigszins wat wel en wat niet werkt. En het begon er al aardig op te lijken, al vond ik het wel apart, dat de doffers het beter deden dan de duivinnen.  Omdat slechts 5 van die 18 dagfondduiven overjarig zijn, heb ik ze niet eerder op de dagfond gespeeld dan  op 29 juni jl.  Gray werd een pittige vlucht , waar mijn jonge ploeg het best moeilijk mee had. Mooi was wel, dat een van de laatste jongen van de 14-jarige Blue Surprise mijn eerste was. Jammer dat twee duiven achterbleven, waaronder mijn eerstgetekende.

Maar intussen hebben we ook alweer 3 marathonvluchten achter de rug. Daarbij waren de resultaten aanvankelijk niet best. Op Ruffec had ik 8 tweejarigen mee en ik had goede verwachtingen. Maar dat liep heel anders. Slechts 2 duiven vlogen prijs en bovendien bleven er 2 achter, waaronder eerstgetekende  Layla. Zij vloog vorig jaar de  5e NPO Bordeaux op 1336 duiven! 

Daarna volgde Sint Vincent, waarvoor ik 3 doffers aan de start kon brengen: Twee oude doffers van 2018 en een van 2021. De laatste had nog geen potten gebroken, de andere twee hadden in de afgelopen 5 jaar al een mooi aantal prijzen gewonnen, vooral als het zware vluchten betrof.  Deze editie van Sint Vincent was van een veel lichter kaliber, door de staartwind die ze hadden. Het werd voor mij een grote misser.  Al met al een voorzomer die mij weinig voldoening gaf. 

Maar toen kwam de ochtendlossing Perigueux. Ik had 2 overjarigen en 10 jaarlingen ingekorfd op jongen van 6 tot 10 dagen. Op de dag van lossing kreeg ik 2 duiven, waarvan de Rode 623 mijn eerste was. Vier minuten later volgde de Rode 663. Eindelijk een mooie oppepper!!



Deze Rode 623 , nazaat van de duiven die 2022 tot een topjaar maakten, won de 41e prijs op 2908 duiven.  Mede gezien het feit dat Han Voerman uit Soest op Ruffec tegen 6900 duiven in Sector 3 de 17e prijs wint met een jaarling kleindochter van Spirit en Lucky, lijkt het er steeds meer op dat we met deze lijn vertrouwvol de toekomst tegemoet kunnen.

En tot mijn verbazing kwam de rest de volgende morgen ook vrij vlot. Zo goed zelfs, dat ik 5e Grootmeester over deze vlucht werd van Afdeling 8. Ook de laatste duif kwam die morgen aan.  DAT GEEFT DE BURGER MOED.

Voor de tweede keer in mijn leven heb ik deze week een duif meegegeven naar Barcelona. Met mijn broer ben ik naar het NIC Nieuwleusen gereden en heb ik gevoeld, wat voor impact deze vlucht op liefhebbers heeft. Wat heeft de inkorfcommissie het daar goed voor elkaar! Het is inmiddels het meeste noordelijke inkorfcentrum in Nederland en er waren 61 liefhebbers die 286 duiven inkorfden. Ik maak mij geen illusies, maar ik heb de 6-jarige Siem ingekorfd, die dit moet aankunnen.

Omdat de planning niet helemaal goed verliep, zult u mij niet aantreffen op de uitslag van Cahors, omdat ik daar geen duiven op goede stand voor heb zitten. Mijn laatste pijlen in Marathonland zijn gericht op Bordeaux en Bergerac. De nieuwste generatie marathonduiven verschijnt a.s. vrijdag bij Matthijs aan de start voor hun eerste africhtingsvlucht. Zijn kleurrijke groep heeft een zeer gedegen opleiding gehad.  Bij mij gaan de jonge duiven ook mee, maar ik zal eraan moeten wennen, dat blauw de overheersende kleur op mijn hok wordt…. En in ieder geval hoop ik volgend jaar om deze tijd enkele mooie Marathonvluchten bij Matthijs te mogen meemaken.

De jonge garde voor 2024.

NIEUWE DOORSTART IN UITVOERING

In mijn vorige blogbericht deed ik o.a. verslag van de aanschaf van versterking voor de marathonvluchten. Daarbij ging het vooral over de duiven die kwamen van Huygens/Van der Molen uit Bant. Voor een nieuwe impuls voor de dagfond  zijn we nog dichter bij huis gebleven: clubgenoot Johan de Vries. Bij hem haalden we allereerst een zoon van zijn beste koppel: Havik x Nicole 909. Eigenlijk hadden we deze duif als duivin gekocht en Anneke genoemd, naar Johans moeder. Nadat er zelfs een test in het laboratorium van Gendika aan te pas was gekomen , bleek het toch een doffer te zijn. En zo werd Anneke Anco!

Verder kochten we van Johan ook nog een ingeteelde doffer, uit Jennes en een volle zuster van hem.

Tenslotte wisten we via een liefhebber die stopte met de duivensport aan een zoon van Johans Miss TT te komen. Mooie bijkomstigheid was, dat deze doffer inmiddels al de grootvader is van de 3e Nationale Asduif jong van Edwin Timmerman. Helaas hebben we de fout gemaakt een andere duif -met dezelfde eindcijfers in het ringnummer – mee te geven aan een clubgenoot om door Henk Storm te worden gefotografeerd.  Die foto zal er zeker nog wel dit jaar komen, maar hierbij al vast de stamkaart.

Enkele weken geleden was er door Johan en zijn medebestuurder Roel van Bruggen weer een jaarlingenkeuring georganiseerd voor de leden van De Postduif, Kampen. Hieraan is een competitie verbonden, waarbij het erom gaat welke jaarling in 2024 de meeste kampioenspunten bij elkaar sprokkelt. Omdat er nu ook een aparte competitie voor marathonduiven komt, besloot ik maar weer eens mee te doen. Ik vond het moeilijk een keuze te maken, vooral omdat de conditie van de duiven niet super was, omdat de doffers op drijven stonden. Uiteindelijk koos ik voor een klein zwart duivinnetje, gekweekt uit twee jaarling kweekduiven. Drie goede grootouders van het zwartje zijn: Going Home, Auke en Pipa.

De keurmeester van dienst was William Geurtz uit Haalderen,  commercieel manager bij GPS. Op bovenstaande foto ziet u het zwartje helemaal linksboven zitten. Zij eindigde als 3e beste jaarling en als 1e beste marathonduif  in een ‘veld’ van 27 jaarlingen. Nu maar afwachten of zij deze verwachting kan waarmaken.

In mijn vorige blogbericht schreef ik ook over twee kleinkinderen van Lucky en Spirit, die op de finale van de OLR  Thailand Masters als 43e en 76e afgevlagd werden. Van Bernhard Bramsiepe kreeg ik nog 2 foto’s toegestuurd, waarop ook nog eens vermeld stond , dat zij in het klassement van de asduiven hoog geëindigd zijn. 

Deze week had Bernhard weer goed nieuws: Een achterkleinkind van diezelfde Lucky en Spirit vloog op de eerste 3 Hotspots van de OLR Europa Masters in Spanje  de 13e, 14e en 6e prijs!! Ik ben benieuwd wat die nog meer gaat uitspoken!

Zoals  hier gebruikelijk hebben we de kweek- en vliegduiven weer op de laatste vrijdag van januari gekoppeld. Dat betekent, dat de eerste ronde jonge duiven deze week gespeend wordt. En wéér grijp ik even terug naar mijn vorige blogbericht, waar het ging over een nieuwe start voor Matthijs. Want hij kwam onlangs met een mand langs om de eerste jonge duiven voor zijn vlieghok op te halen.

En in mijn jonge duivenhok hebben dan ook de eerste dagfondjonkies een plek gekregen. Over een week of 3 kan ik bij Matthijs de 2e ronde van de dagfondkwekers ophalen. En de door hem gekweekte marathonduifjes blijven mooi bij hem op het hok. Nu maar rustig afwachten hoe  dit alles zich zal uitkristalliseren tijdens het vliegseizoen 2024!

NIEUWE DOORSTART OP KOMST.

In mijn laatste blog liet ik al weten, dat er wat de duiven betreft een verandering staat aan te komen in huize Kok. Mijn zoon Matthijs, die jarenlang de scepter zwaaide over onze kweekduiven, wil ook graag weer aan de wedvluchten deelnemen, vanaf zijn eigen erf. Het is de bedoeling, dat hij vanaf 2025 alle marathonduiven voor zijn rekening neemt: kweekduiven, vliegduiven en jonge duiven.       Op mijn eigen erf worden dan alle dagfondduiven ondergebracht.

Met de aankoop en plaatsing van een ren vóór de hokken heeft Matthijs zijn accommodatie verder geoptimaliseerd.  En…  de nieuwe doorstart begint eigenlijk al in juli 2024. Het is namelijk de bedoeling dat hij de te kweken jonge marathonduiven van 2024 gaat huisvesten in het rechter gedeelte van onderstaand hok.  Bij mij krijgen dan alle jonge dagfondduiven een plaats.

NIEUWE KWALITEITSINJECTIE?

Zoals zo velen blijft Matthijs ook altijd op zoek naar versterking van onze/zijn kolonie duiven.            Dit najaar kocht hij op een bon een knappe jonge doffer van de combinatie Huygens/Van der Molen uit Bant. Deze fanatieke liefhebbers timmeren de laatste jaren flink aan de weg. Toen we het doffertje gingen ophalen, waren we erg onder de indruk van de schitterende accommodatie, de fantastische duiven en zeker ook de warme ontvangst.

Die goede indruk is wel even blijven hangen, want een dikke maand later nam Matthijs weer contact op met Frank (Huygens). Door ruiling is er een tweede doffer gekomen en door aankoop nog een derde. Eén daarvan komt uit hun topdoffer Tukkepoot. Die won de 1e  Bergerac in Sector 4 en de 1e NPO Dax. De ander uit een super kweekduivin.

PRACHTIGE REFERENTIE.

In de tweede week van het nieuwe jaar kregen we een prachtige referentie van Bernhard Bramsiepe uit Duitsland. Al geruime tijd neemt hij samen met zijn maat Manfred Weiner onder de naam Team Verl  deel aan eenhoksraces.  Twee jaar geleden informeerde Bernhard bij ons voor versterking . Hij kocht toen twee jongen – een doffer en een duivin – uit Spirit  x Lucky.       Nu is gebleken dat Team Verl zowel uit  die jonge doffer van toen als uit  die duivin een jong heeft ingezonden voor de Thailand Masters.     

Er werden vanuit de hele wereld maar liefst 5198 duiven ingeschreven. Voor de finale op 10 januari jl. werden uiteindelijk 1541 duiven ingezet van 743 internationale liefhebbers. Het werd een zeer zware finale: Afstand 530 km. Snelheid eerste duif 1128 m/min. Temperatuur 34 graden. Kopwind.  Vorig jaar wonnen zij de Thailand Masters!!        Dat lukt je niet zo maar twee keer achter elkaar, maar Bernhard schreef, dat hij ook nu erg tevreden was: Van de 78 duiven die nu op de dag van lossing thuis kwamen, waren er 3 van team Verl. Daarbij waren ook die twee kleinkinderen van Spirit en Lucky!! Ze werden 43e en 76e.         Erg fijn om te horen dat duiven van ons soort het zo goed hebben gedaan aan de andere kant van de wereld!

START KWEEKSEIZOEN.

Zoals de laatste jaren gebruikelijk is, worden onze kweekduiven en vliegduiven op de laatste vrijdag van januari gekoppeld. Als het lukt gaan alle eieren van de kweekduiven onder de vliegduiven.    Daarna worden de meeste kwekers omgekoppeld en brengen ze die ronde zelf groot.    Over de aankoop van enkele dagfondduiven kunt u lezen in mijn volgende blogbericht.            We gaan zien wat seizoen 2024 ons gaat brengen.                     

“We hebben jouw blog gemist”

“We hebben jouw blogs gemist”, dat zei onlangs Dirk Jansen namens een paar clubmaten, toen we een vergadering hadden. Op zich vond ik dat een mooie opmerking. Kennelijk vallen mijn blogberichten wel in de smaak. Maar er klonk ook een licht verwijt door, en terecht!!      Mijn streven was om met regelmaat een blogbericht te schrijven. Maar ja, het valt niet altijd mee.    Je moet er wel gemotiveerd voor zijn en de nodige inspiratie hebben. En…een blogbericht als dit kost me wel een paar uur.  De inspiratie komt meestal vooral door het verloop van de vluchten. En eerlijk gezegd: 2023 was een minder jaar dan 2022.

Met name de dagfondvluchten vielen soms  letterlijk maar figuurlijk helemaal in het water. Scharnierpunt was het weekend van 10 juni. Een week van tevoren leek het er al op, dat Gien een moeilijke vlucht zou worden. Die hele week heb ik gedubd of ik mijn jaarlingen er nou wel of niet op zou zetten. Tenslotte heb ik met het motief ‘Ze hebben zo’n mooie neststand’ en ‘Ze hebben vorig jaar het hele jonge duivenprogramma afgewerkt’ de meeste jaarlingen op die tweede dagfondvlucht ingekorfd. Een paar andere gingen naar de vitessevlucht van dat weekend.

Het werd een gigantische tegenvaller. Er werd in afdeling 8 maar één prijs 1 op 10 gewonnen en daarna nog een handvol prijzen 1 op 4. De helft van de duiven moest de volgende dag nog komen. Vier stuks gingen echter verloren en ook nog eens drie van die vitessevlucht. De eerstvolgende vlucht was Chateauroux (709 km) en die vlucht heb ik niet meegedaan, in de hoop dat ik ze voor de 4e en 5e vlucht nog op de rit kon krijgen. Maar helaas lukte dat ook niet. Mijn slechtste dagfondseizoen ooit, voor zover ik het kan overzien!

Layla

Wat de marathonvluchten betreft: Vooraf wist ik, dat ik aan het jaar 2022 niet zou kunnen tippen. En zo liep het ook. Toch zijn er 3 vluchten waar ik met plezier naar terugkijk. Voor het eerst in mijn leven korfde ik ‘maar liefst’ vier duiven in op Sint Vincent. Drie van de vier speelden zich zodanig vroeg in de uitslag, dat ze voor de 4e  Beste Hokprestatie van Sector 3 zorgden tegen 494 duivenliefhebbers! Op Bordeaux vloog Layla,  een jaarling Rekker-Westra duivinnetje,  de 5e Teletekst tegen 1336 duiven in Afdeling 8. En op Bergerac vloog   een jaarling Rekker-Westra doffer de 27e prijs tegen 2898 duiven in Afdeling 8. Bovendien eindigde hij met deze prestatie op de 3e plaats bij de Jaarlingringenrace van Marathon Noord.

Ook op de vluchten met de jonge duiven kan ik met tevredenheid terugkijken. In mijn blogbericht van 24 april heb ik mijn begeleiding van de jonge duiven in de eerste maanden uitgelegd: Als pieper al regelmatig een nacht in de mand en leren eten en drinken in de mand. Daarop volgde het zelf opleren van de jonge duiven in 9 stappen. De wedvluchten verliepen goed dit jaar. En dan kijk ik niet zozeer naar prestaties. Mijn accommodatie is te klein om ook met jongen te kunnen schitteren, is mij in 2022 nog eens gebleken. Sowieso is het vrijwel onmogelijk om dat met marathonduiven te doen. Maar ik werd er wel blij van dat er maar weinig jonge duiven achterbleven. Ik zou het moeten opzoeken of ik in de laatste 20 jaar al eens zo’n hoog percentage jonge duiven heb overgehouden. Dus konden Matthijs en ik echt selecteren uit het grote jonge duivenbestand.

Op het succesvolle jonge duivenseizoen volgde een vlekkeloze rui. Als voer kregen de duiven hoofdzakelijk de Championsmix van Embregts, dat ook in het vliegseizoen mijn basisvoer was. Wel werd  er elke dag lijnzaad aan het voer toegevoegd, zoals mijn vader altijd al deed. Geprobeerd werd om de duiven nu tweemaal per week een bad te geven. Voor de oude duiven gebeurde dat meestal in de ren voor het hok. In de zomer durf ik de jongen – die geen ren voor het hok hebben – best wel een bad in het hok te geven.  Maar in de herfst zou de vloer te lang nat blijven en daarom zet ik het bad dan op het dak.

Wat doe je, als je als melker bent afgekickt van het vliegseizoen?  Plannen maken voor het nieuwe natuurlijk.  Gaande het seizoen ( vooral gaande dít seizoen) ontstond bij Matthijs en mij het verlangen om meer duiven op de marathons te spelen en wat minder op de dagfond. Vandaar dat ik het scheidingswandje in het vlieghok van de oude duiven verplaatst heb. Waren er in 2023 13 bakken voor de dagfond en 12 voor de marathons, in 2024 zullen dat er 9 voor de dagfond en 16 voor de marathons zijn.

Ondanks dat het aantal vliegduiven op de dagfond dus kleiner wordt, staan we niet stil in de zoektocht naar versterking. We zijn erg blij dat we onderstaande duivin van Johan de Vries hebben kunnen kopen, een dochter van zijn beste kweekkoppel.

Verder hebben we de kuur tegen paratyfus net afgesloten en zijn ze pas geënt.  In december volgt dan nog de enting tegen paramyxo.  Tenslotte……. is er voor de lezer wellicht nog verrassend nieuws:

Zoals de meesten wel weten is mijn zoon Matthijs zijn hele leven al dol op duiven geweest. Hij heeft zelfs met  mij in combinatie gevlogen en ook zelfstandig als jeugdlid. De laatste jaren beheerde hij ons kweekhok. Welnu…  HET BEGINT BIJ HEM WEER TE KRIEBELEN!!  Hij wil erg  graag ook vanaf zijn eigen erf gaan vliegen.  We denken een manier te hebben gevonden, die voor beiden voordelen heeft.  Dat alles zou op het  onderstaande kweekhok,  uhh ….vlieghok moeten gebeuren.  Maar daarover hopelijk meer in een volgend blogbericht.

TURBULENTE WEKEN

In het weekend van 17 en 18 juni werd de tweede eendaagse fondvlucht vervlogen. Gezien de weersverwachtingen heb ik bijna de hele week daaraan voorafgaand zitten piekeren: Alle duiven inzetten inclusief de jaarlingen of toch een deel thuis houden?  De meeste zaten op jongen van een dag of 5 en mede daarom heb ik besloten toch alle 21 duiven in te zetten.  Het weer was die zaterdag niet geschikt om te lossen,   zondag vond de lossing wel plaats, ondanks een negatief advies van het IWB. (Instituut Wedvlucht Begeleiding)

Het werd een zeer zware vlucht. ’s Avonds waren op veel plaatsen de concoursen nog niet gesloten. Ikzelf moest erg lang wachten op mijn eerste duif en aan het eind van de avond waren er 14 thuis. De volgende dag kwamen er nog 3. De laatste 4 zijn helaas achtergebleven, allemaal jaarlingen. Ik was erg teleurgesteld door dit verloop. Vier koppels waren hierdoor verbroken. Na een paar dagen heb ik besloten om níet in te korven op Chateauroux , maar alles te herkoppelen, zodat ze nog een keer op eieren en een keer op jongen gespeeld kunnen worden.

Hoewel ik in de loop der jaren mooie resultaten op de eendaagse Fond heb behaald met mijn nestduiven (zie hierboven) , begon ik steeds meer te overwegen om volgend jaar over te stappen op het weduwschapspel.  Dat lijkt me toch een spel, waarbij de verzorging een stuk soberder is. Bovendien denk ik dan makkelijker een serie prijzen te kunnen spelen, mits ze in vorm komen.

De daaropvolgende week was de stemming natuurlijk niet zo best. Maar op dinsdag moest er wel ingekorfd worden voor de nationale Meerdaagse Fondvlucht vanuit Saint Vincent, gelegen aan de Pyreneeën.

Sint Vincent, zoals wij het maar noemen heeft al decennia lang een magische klank in duivenmelkerskringen. Het wordt ook wel de Koninginnevlucht genoemd. Mijn vader was er al door gebiologeerd!!  Die vlucht was het hoogtepunt van het seizoen. Ik herinner me dat  hij (en zijn broer Jennes) al in de jaren-60 een blauwwitpen duivin hadden die een paar jaar vroeg zat op deze vlucht. Hij vroeg Piet van Marle – die een stukje bouwland naast dat van mijn vader had – of hij niet samen met hem de duif wilde poulen, in de hoop een mooi bedrag terug te winnen. Ook zie ik nog voor me, dat mijn vader op de inkorfdag het duifje pakte en haar peulvruchten in de bek stak, die een paar dagen in water waren gelegd!!!   Ik weet bijna zeker, dat  de beste prestatie van het diertje een 59e Nationaal was. Er waren toen nog geen sectoren, maar wel speelde je Nationaal Noord of Nationaal Zuid.

 Ik zette  anno 2023  vier duiven in, een recordaantal voor mij.  Ze kregen vrijdag om 11 uur de vrijheid en hadden op dat moment maar liefst 1126 km voor de boeg!!!  Niet geheel tot mijn verrassing bleek in de loop van zaterdagmorgen dat er toch al weer rond 8 uur enkele duiven in den lande waren aangekomen.  Maar het concours kwam érg traag op gang.  Tegen half 1 kreeg ik een appje van mijn broer Gerard, die in 5 minuten tijd maar liefst 3 van zijn 7 duiven thuis had gekregen. Omdat de jonkies van één koppel bij mij hadden gelogeerd, besloot ik hem die jongen te gaan terugbrengen en hem natuurlijk te feliciteren met deze fantastische prestatie. Op het moment dat ik op de fiets stapte keek ik nog even achterom en zag ik nog net mijn eerste duif naar beneden duiken. Het was de 6-jarige Paula.  Vorig jaar had ze op dezelfde vlucht – die helaas moest worden omgevormd tot een ochtendlossing Bergerac – ook een vroege prijs gespeeld.

 Een half uur later bleek ook haar doffer, Siem , in hun broedhok te zitten! Hij is gekweekt uit twee duiven van Siem en Karst Kolk, Genemuiden.  En weer 20 minuten later kwam de Oude Rode naar beneden. Bijzonder is wel, dat Paula van moederskant een halfzus is van LUCKY en de Oude Rode van vaderskant een halfbroer van LUCKY.  LUCKY won  vorig jaar de 1e van de gehele noordelijke Unie vanuit Limoges, tegen 6.710 duiven.  Nu zo maar drie van de vier duiven 1 op 10 in de prijzen, wat een luxe! Ze vlogen de 44e en 74e en 98e tegen 1015 d.

Waar de Gebroeders Jaap en Jennes Kok al 60 jaar geleden kop speelden op Sint Vincent, gebeurde dat nu door de nieuwe generatie Gebroeders Kok: Gerard en Arnold, want…      Gerard kreeg zijn ploeg ook goed naar huis: 6 van zijn 7 duiven zijn in de uitslag terug te vinden. Dit alles resulteerde in de twee Beste Hokprestaties (Grootmeesters) in Afdeling 8, nog steeds de op één na grootste afdeling van Nederland.

Tegen 192 deelnemende leden van Afdeling 8 werd dat:

En wat de totale uitslag van heel Nederland betreft, tegen 1769 deelnemers:

In de dagen na deze koninginnevlucht daalde het besef in, dat dit toch wel een heel mooi hoogtepunt in mijn duivensportloopbaan is. Dat geeft de burger moed. Wat ook motiverend werkte is het uitstekende verloop van het opleren van mijn jonge duiven. Ze trainen erg goed bij huis en zijn in totaal 9 maal weggebracht. Er zijn er maar een paar verspeeld. Voor aanstaande dinsdag lijken de weersomstandigheden prima. Dan staat de eerste opleervlucht vanuit Ede ( 60 km) op het programma. We gaan het zien.

Als het niet kan, zoals het moet…

Al enkele jaren boeken wij een voorseizoenplek voor onze caravan in de regio. Het plan werd opgevat om in ieder geval van Hemelvaart t/m/ 2e Pinksterdag te gaan genieten van de rust en de gezellige reuring om de camping. Mijn vrouw werkt in de zorg en regelmatig hoor ik een klaagzang over tekort aan personeel. Dus een voorjaarsvakantie was erg welkom.

Ik heb de gewoonte dan een nogal uitvoerig verzorgingsschema op te stellen voor de verzorger(s) die mijn taak dan gaan overnemen.  Dit jaar viel dat niet mee, want juist in deze periode moeten de puntjes op de i worden gezet voor de eerste dagfondvlucht en de eerste marathonvlucht. Vooral het voeren van de marathonduiven had ik liever zelf gedaan, temeer omdat de jaarlingen ingekorfd zouden worden voor de eerste dagfond en later juist weer de Limogesgangers moesten worden opgevoerd.  Het viel mij niet mee om de touwtjes uit handen te geven. Maar ik wist dat de verzorging in goede handen was.

Omdat de afstand tussen ons huis en de camping niet zo groot is, ging ik wel zelf inkorven en ook de duiven opwachten. Op Gien had ik 9 dagfondduiven mee en ook 9 marathonduiven. Die laatste gingen als invliegduiven mee. Alle duiven zaten ongeveer 10 dagen te broeden. Met Matthijs stond ik 2 dagen later  te kijken naar de duiven die vanaf Gien (590 km) met een pittige noordoosten wind naar huis moesten komen. Het was de 217, mijn eerstgetekende, die we als eerste naar het hok zagen duiken. Ze speelde een verdienstelijke 66e prijs in afdeling 8 tegen 5235 duiven. Zij is een kruising van onze eigen Blue Surpriselijn met een doffer afkomstig van Johan de Vries ( die trouwens een uitstekende uitslag neerzette!!)

Van de negen dagfondduiven kwamen er vijf in de uitslag. Vier van de negen marathonjaarlingen zouden in de tweede helft van de uitslag gestaan hebben, als ik ze in concours zou hebben gezet. Al met al was het resultaat gewoontjes. Voor de naderende, tweede dagfondvlucht zitten de duiven op een jong van 4 a 5 dagen.

Op de inkorvingsdag van Limoges kon ik de verzorging zelf weer op me nemen. Al in de winter hadden Matthijs en ik 7 duiven uitgekozen voor Limoges, de vlucht die vorig jaar werd gewonnen door Lucky!!   Ze was toen niet alleen eerste van de afdeling, maar ook van de hele Noordelijke Unie. Lucky is na Limoges 2022 nooit meer de mand in gegaan. Ze verhuisde naar het kweekhok. Haar halfzus Going Home , die in 2022 teletekst vloog vanaf Cahors, stond wel op de nominatie voor Limoges 2023, maar al in het voorjaar zat ze er niet glad genoeg bij. Zozeer zelfs dat ik haar de eerste twee africhtingsvluchten niet durfde in te korven. Daarna is ze toch een keer of 4 de mand in gegaan, maar er stond geen spanning op haar lijfje, toen de inkorfdag naderde. Dus geen 7 mee, maar 6.  Maar die 6 werden er nog eens 5, omdat een tweejarige doffer, mijn eerste van Bergerac 2022 na mijn thuiskomst van vakantie bleek te reutelen. Twee spuiten van Nanne Wolff brachten geen verbetering.  Spirit, eerder de partner van Lucky ging als eerstgetekende mee. Hij was tot dan toe 4x mee geweest en had 4 prijzen gewonnen. Zoals bekend werd Limoges een bijzonder zware vlucht.  Voor mij werd het een grote teleurstelling. Niet omdat er veel duiven achterbleven, zoals zaterdagavond nog bij velen het geval was, maar omdat het resultaat zeer pover was: één mager prijsje slechts. Spirit miste finaal.

Zo glad was deze eerstaankomende doffer nog bij thuiskomst. Door ruil verkregen van Coen Brugman. Gebrek aan trainingsarbeid kan niet de oorzaak zijn, want de duiven trainden tot nu toe eigenlijk beter dan vorig jaar. Zondagavond nog heb ik de neststanden verbroken om ze op een gunstige neststand te krijgen voor Perigueux en Cahors.  Maar eerst wacht ons nog Sint Vincent, waarheen vier van mijn duiven zullen afreizen. We hopen op betere uitslagen.

AANPASSINGEN

Nu ik ben ‘wakker’ geworden uit de ‘winterslaap’ , pik ik de draad weer op van het af en toe een blogbericht schrijven. Matthijs en ik hebben – zoals de afgelopen jaren de gewoonte was – eind januari weer gekoppeld. De eieren van zijn kwekers kwamen weer naar mijn vlieghok, waar ze vooral onder de jaarlingen werden gelegd.. Die brachten dus de 1e ronde van de kwekers groot en ook nog een paar koppels van de oudere vliegduiven. De tweede ronde zijn door de kwekers zelf grootgebracht

Er zitten nu ruim 60 jongen in het hok, inclusief 4 jongen die uit eitjes op een bon van Arjan Blom kropen. Ik heb veel betere ervaringen met jongen uit eieren  verkregen op bonnen dan met rechtstreekse jongen. Zo is er ook een aantal koppels eieren van mijn jaarling overnachtduiven verhuisd naar  een Friese liefhebber. Ik heb er wel vertrouwen in dat hij ermee zal slagen, want ze komen uit goed soort en de man weet van wanten. De eerste aanpassing van mijn ‘systeem’ die ik wil beschrijven is de volgende:                                       Dat het raadzaam is om jonge duiven te leren drinken in de mand, is alom bekend. Voorheen probeerde ik dat te doen, wanneer de jongen ongeveer 10 weken oud waren. Nadeel daarvan is , dat in die periode juist coli – mede door de stress van de mand – vaak de kop opsteekt. Deze winter heb ik één van mijn ruime manden (Jim van Ingen) zodanig aangepast, dat er niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de zijkanten drinkgootjes opgehangen kunnen worden. Die mand staat nu al enkele weken midden in het hok, op de grond.  Overdag is de mand vrij toegankelijk.

Ik heb de eerste ronde verdeeld in 3 groepen van 10 a 11 stuks, door ze een gekleurd knijpringetje om te doen. Vanaf het moment van spenen heb ik voor  elke nacht die drie ploegen beurtelings in de mand gezet.  Wennen aan de mand hoeft ze nu niet meer geleerd te worden. Drinken kunnen ze ’s ochtends alleen vanuit de mand. Ook de andere jongen kunnen erbij. Ik probeer dat nog te bevorderen door die ploeg ook in de mand te voeren.  Even later worden de overige jongen in de voerbak gevoerd. Bijkomend voordeel is, dat ik de jongen nu elke week wel een paar keer in de hand krijg.  Ruim twee weken ben ik zo met die drie ploegen bezig geweest.  Een weekje geleden is ook de tweede ronde ingestroomd en die ondergaat nu dezelfde training . Over een week of 3 ga ik de ploegen  iets groter maken, zodat ik een ploeg minder krijg.  Als dat een beetje loopt, wil ik de toegang tot de drinkgoten van buiten afschermen en de jongen zo te leren om alléén te drinken vanuit de mand. Uit praktische overwegingen zal die dan onder de zitplekken van de jongen gehangen zal worden.

De tweede aanpassing betreft het langer op weduwschap inspelen van de duiven en de praktische gevolgen daarvan. Hierboven schreef ik dat de overjarige duiven wel waren mee gekoppeld, maar dat die na 6 dagen broeden weer gescheiden zijn. Voorgaande jaren liet ik ze nóg wel een keer op eieren komen. Dat is wel zo bevorderlijk voor de rust op het hok. Maar dit jaar heb ik ervoor gekozen om de motivatie  – hopelijk – wat op te voeren door ze pas weer te koppelen op het moment dat ze op stand gebracht moeten worden voor hun eerste dagfondvlucht, dan wel overnachtfondvlucht. Praktisch probleem is hier wel, dat ik niet een apart hok heb om de duivinnen in die periode in te stoppen. Daarom zitten de duivinnen nu ’s nachts in het hok en overdag  in de ren vóór het hok, terwijl de doffers dus ’s nachts in de ren zitten en overdag in het hok.   Maar… als je dan ook nog wilt verduisteren tot in mei, dan moet daar ook weer een oplossing voor gevonden worden. Die zie je dus op deze laatste foto:

Ik hoop dat het al die moeite waard blijkt te zijn, want het is best wel omslachtig, ook voor de duiven. Maar als ik zie dat mijn duiven op de twee africhtingsvluchten en de eerste vitessevlucht goed naar huis zijn gekomen  en dat er nog geen duif verspeeld is, dat heb ik er wel vertrouwen in.          Niettemin: rond 5 mei wordt er weer gekoppeld: De meeste dagfondduiven en de jaarling overnachters, die ook eerst naar de dagfond gaan. Een weekje later zijn de Limogesgangers aan de beurt en nog later een paar koppels voor Sint Vincent. Dan is alles weer veel overzichtelijker.       Kiek’n wat ét wördt!!

BEELDVERHAAL: DE BOUW VAN MIJN DUIVENHOK

In deze donkere dagen zit ik nog wel eens te snuffelen in bestanden en paperassen van vroeger. Daarbij stuitte ik op een aantal foto’s van duivenhokjes en -hokken.  Sinds ik in oktober 1981 met mijn vrouw kwam te wonen op ons huidige adres, hebben daar duivenhokjes in allerlei vormen en maten gestaan. Dat komt ervan als naast de duivensport het timmeren een grote hobby van je is.

U bent gewend, dat ik mijn blogberichten  -als het even kan – doorspek met veel foto’s of andere afbeeldingen. In dit blogbericht heb ik de verhouding tussen tekst en beeld juist omgekeerd: Minder woorden, veel beelden. Ik hoop dat u ervan kunt genieten.

Terwijl ik nog volop meedraaide in de combinatie Jac. Kok en Zonen had ik al snel het verlangen in eigen tuin enkele duifjes te houden. Begin 1982 werd een kotje voor 2 koppels duiven gemaakt en tegen de muur van de berging gehangen. Aan de inrichting van de tuin werd nog druk gewerkt.

In 1987 werd de knoop doorgehakt: Ik stapte uit de combinatie en begon met duiven te vliegen vanaf mijn eigen adres. Het hok heb ik bij mijn vader in de schuur in schotten opgebouwd. Op de foto ben ik met mijn broer Gerard, mijn vader en mijn schoonvader bezig het geheel in elkaar te zetten.

Deze foto zal ongeveer uit 1990 dateren.  Het hok was toen 2.80 m lang en 1.95 m breed.

De ruimte achter ons huis is maar 7 meter breed en 8 meter diep. Daar staat linksachter ook nog een berging op. Ik speelde in die tijd het weduwschapspel. Al gauw moest het probleem van de huisvesting van de weduwduivinnen opgelost worden. Daartoe werden onder de 2 kotjes 6 kleine hokjes gebouwd, die met een rolhor konden worden afgeschermd.      Dat tuinieren mijn derde hobby is, blijkt wel uit het verschil tussen deze foto en de  allereerste.

 Deze foto dateert ongeveer uit 1992, waarop Matthijs ongeveer 7 jaar is. De allereerste kotjes zijn naar beneden toe met nóg eens 2 kotjes uitgebreid. Bovendien heeft het geheel ‘vleugels’ gekregen. Zo was er plaats voor 6 koppeltjes. Helemaal onderaan was nog ruimte voor duivinnen. Bovendien is hier te zien dat het oorspronkelijke ‘grote’ hok verlengd is met 1.20 m. In deze tijd speelde ik het hele programma, en ik mag wel zeggen: niet onverdienstelijk.     Hoogtepunt was wel het kampioenschap 1e Generaal Aangewezen Afdeling Zwolle, met  1100 leden!!  Op een van de kotjes woonde de duifkampioen generaal van kring 2.

Het dode hoekje rechtsvoor het grote hok, vlak bij de deur werd benut om er 3 kweekkoppels te huisvesten. Bovenin huisde de in die tijd bekende PITBULL. Hij was de vader was het ROOD RAKKERTJE (10e Nationaal Montpellier tegen 7856 duiven  en haar broer REDBULL (8e Nationaal Cahors tegen 9344 duiven)

Omdat Matthijs ook graag jeugdlid wilde worden, werd het grote hok verdeeld in 3 afdelingen. Van links naar rechts: de weduwnaars van mijzelf, 6 weduwnaars van Matthijs en de jonge duiven. Eén van Matthijs’ weduwnaars, gekocht op de duivenmarkt in Lier, werd Duifkampioen Vitesse in de kring. De kotjeswand werd danig aangepast en eronder werden de natoerjongen gehuisvest.

Tenslotte een foto van de huidige situatie. Sinds 2008 wordt er nestspel gespeeld, zowel op de dagfond als op de middaglossing. Linksachter zitten al enkele jaren de dagfondduiven. In 2012 heb ik een ren voor het grote ren geplaatst. Een paar jaar geleden heb ik die nog aangepast, zodat de valkleppen in het dak van de ren ingebouwd werden en ik ook in de ren kan lopen. Sinds 2022 zitten de duiven voor de middaglossing rechts. Sinds 2022 worden er ook geen natoerjongen meer gekweekt en huizen de vroege jongen op het hok links op de voorgrond.

Zonder woorden……

HET STILLE SEIZOEN

De rui vordert ook hier flink. Hoewel duiven in de rui wat vatbaarder voor ziektes zijn, lijken de duiven hier gelukkig nog gezond. Op één doffer met een nat oog na. Die laat ik gewoon uitzieken.           De duiven krijgen nu twee keer per week een bad. Omdat de meeste al vrijwel door de rui zijn en ik ze niet wil laten aanvetten, meng ik nu 10 % gerst door het voer. Als ze dat laten liggen, is dat een teken dat ze genoeg gegeten hebben. De charme van de duivensport in deze maand vind ik vooral het beoordelen van de lichting 2022 in hun nieuwe pak. Ik heb een mooi  stel goed afgerichte jongen overgehouden en regelmatig pak ik er een paar om ze te beoordelen:

  • Hoe is de uitstraling van het oog? Kleur, kweekoog of vliegoog?                                               Kleine pupil?      Pupil naar voren gericht?
  • Hoe voelt de rug aan? Loopt die vanuit de romp mooi door?                                                         Zijn de stuitbeentjes gesloten?
  • Is de voorarm van de vleugel mooi kort?                                                                                          Met mijn ringvinger meet ik de afstand tussen romp en gewricht.
  • Spieren?  Het lukt mij niet om zogenaamde lange of korte spieren te voelen.              Wel voel ik graag een duif met een stevige body.

DUIVENKEURING

Altijd fijn om andermans mening over jouw duiven te horen.

Een poosje geleden ben ik met Matthijs met de ploeg jongen en een aantal oude duiven naar Gert Jan Beute geweest om ze te laten keuren.  De ouden kwamen erg goed uit de bus: de meeste duiven met 8-  t/m  8+ en enkele met 8 ½ .  De jonge duiven bleven daar iets bij achter, maar Gert Jan zei, dat je bij hun waardering volgend jaar een kwart punt kunt optellen.  Een van de uitschieters was de Red Once , die we vorige winter hebben aangekocht bij Gebroeders Limburg. (zie stamkaart)  Hij scoorde een 8 ½ . We kweekten er 4 vroege jongen uit en die zijn er nog alle vier. Zij scoorden 8 ½   8 ½ , 8+ en 8- .   Red Once stond de eerste ronde gekoppeld aan Pipa, de moeder van Limogeswinnares Lucky . Tijdens de tweede ronde stond hij gekoppeld aan Lobke, onze beste Rekker-Westraduivin.  We zijn erg benieuwd wat dit viertal in 2023 gaat laten zien.

PRIJSUITREIKINGEN

Met een zeer geslaagd marathonseizoen achter de rug staan er mij nogal wat prijsuitreikingen te wachten.  Ik ben daar in principe niet zo’n fan van sinds ik een gehoorbeschadiging heb opgelopen. Ik heb inmiddels wel 2 gehoorapparaten, maar in een grote groep mensen zijn ze meer tot last dan tot gemak. Toch ben ik inmiddels met Matthijs naar de prijsuitreiking van Marathon Noord geweest. Voordeeltje was dat we aan ronde tafels zaten, zodat je buurman automatisch al wat naar je toe gekeerd was.  Wat hebben die mannen ( en vrouwen!!) hun zaakjes goed voor elkaar! De nogal vele huldigingen werden in vlot tempo uitgevoerd, waarbij bleek dat de ceremoniemeester zich erg goed had voorbereid. Ik mocht een mooie cheque ter waarde van €933 ontvangen. Dat was een deel van de E-Bike/fietsenpoule, gewonnen door Going Home (halfzus Lucky) op de zeer zware Cahors.  In december volgen nog de prijsuitreikingen van Afdeling 8 en van de Noordelijke Unie.

In goed gezelschap met dhrn. Van Doorn, Zwiers, Brinkman en Steenbeek.

Ook mijn broer Gerard was van de partij. Hij had de eerste Marathon Noordduif op Perpignan.

JESPER

In mijn allereerste blogbericht heb ik jullie voorgesteld aan Jesper Hollander, een jongeman van  – toen –  20 jaar oud. Hij is een oud leerling van mij. Hij was toen net met de duivensport begonnen en ik vertelde in dat bericht onder andere, dat  hij het echt in de vingers leek te hebben. Dit seizoen heeft hij het overgrote deel van de vluchten meegedaan, niet onverdienstelijk. Enkele keren was hij eerste in de B-poule.  Ook aan de taartvluchten in ’t Harde deed hij mee.   En ja hoor: op 15 oktober vloog hij zijn eerste échte 1e prijs, tegen 29 liefhebbers en 310 duiven! Leuke bijkomstigheid voor mij was, dat de winnende duif uit een ei kwam, dat hij van mij kreeg.   Haar grootouders zijn: Blue Surprise, Alexia, Viktor en Nora.   Een geslaagde koppeling van de BS-lijn op de duiven van Johan de Vries.

TENSLOTTE

Er breekt nu een nogal rustige tijd aan op het kweekhok en het vlieghok. Koppelen doen we waarschijnlijk weer in de 3e week van januari. Wel vinden we het leuk verkoopsites te volgen. Zodoende kwamen we ook op het spoor van onze laatste aankoop. Het is een zuivere Rekker-Westraduif. De vader is sterk ingeteeld naar de Zanzibar van Auke en Marijke. De moeder is ingeteeld naar de Roos.  Het doffertje heeft de kleur vooral van grootvader Zanzibar geërfd.

NABESCHOUWING VLIEGSEIZOEN 2022

Een week geleden is het officiële vliegprogramma geëindigd. Ieder jaar geeft dat bij mij ongeveer hetzelfde gevoel: Van de ene kant vind ik het jammer dat we nu een half jaar moeten wachten voordat we onze duiven weer van een wedvlucht kunnen zien aankomen. Van de andere kant ben ik toch ook blij dat de druk van de ketel is en dat we in een wat rustiger levensritme de herfst en winter door kunnen komen.

De weergoden waren ons in 2022 over het algemeen goed gezind. Al in het voorjaar was het opvallend dat er vaak kopwind was. Het hele seizoen hebben  onze duiven vrijwel wekelijks hard moeten werken om thuis te komen. Het leek een jaar te worden, waarin geen enkele vlucht werd uitgesteld naar de zondag, maar in de laatste 2 weken kwamen we toch nog op de koffie. Vooral de allerlaatste vluchtdag zal mij nog wel even heugen: Zowel de jonge duivenvlucht als de natoervlucht werd uitgesteld en vervolgens moesten op de zondag  beide ook nog eens worden ingekort. Daarbij kwam nog eens, dat de duiven van beide vluchten tegelijk aankwamen, wat ik altijd jammer vind. In het clublokaal ging het seizoen vrijwel letterlijk als een nachtkaars uit: Met nog een klein aantal melkers kwamen we in de schemering aan om af te slaan en in het donker vertrokken we weer.

Een foto van circa 15 jaar geleden, waarop mijn vader en leermeester via fotoshop een plek heeft gekregen.

Ik ben niet zo van het stellen van doelen aan het begin van het seizoen, maar ik had me wel voorgenomen te proberen met de jonge duiven beter te gaan presteren. Het opnieuw indelen van de hokkenaccomodatie in de afgelopen winter was ook een onderdeel van dat streven. Daarom werd in augustus in het jonge duivenhok een tussenwandje met schuifdeur geplaatst om de jongen ‘op de deur’ te kunnen spelen. Wel, dat doel om beter te presteren is niet gehaald!!  En ik ben er ook wel achter waarom niet: Allereerst bleek dat het hok eigenlijk te klein is om het ook nog eens in tweeën te delen. Het leverde de jonge duiven een paar weken stress op. De ruimtes werden te klein en het   in- en uitvliegen door een nauwe opening was ook een nadeel. In Het Spoor lezend kreeg ik ook nog eens bevestigd wat ik al vermoedde: De jongen zijn geboren uit een koppeling in de derde week van januari. Gevolg was, dat ze niet paarlustig genoeg waren op het moment dat ze gescheiden werden. Daarom heb ik besloten ze volgend jaar gewoon vanaf het schapje te spelen. En in de laatste maand laat ik ze dan hun gang gaan, als ze willen gaan nestelen.

Eind vorig seizoen had ik ook besloten alleen maar vroege jongen te kweken en te gaan spelen, en geen latere jongen te kweken. Dat is me heel goed bevallen! De beschikbare hokkenaccomodatie wordt nu naar mijn mening optimaal gebruikt: Drie mooie ruimtes voor respectievelijk de dagfondduiven, de overnachters en de jonge duiven. Hoewel ook hier jonge duiven verloren gingen -eerste aan de coli en later op de africhtijgsvluchten – heb ik toch 30 jonge duiven overgehouden. Die hebben allemaal veel ervaring op kunnen doen. Vrijwel alle jonge duiven hebben tenminste  tweemaal 2 nachten mand meegemaakt. Sommigen zelfs 3 of 4 keer. Een mooie aanvulling voor de vliegploeg 2023.

Vader van mijn eerst aankomende duiven van Limoges, Cahors en Bergerac dit jaar

De ruiperiode is inmiddels aangebroken, al wordt die bij de oude duiven nog even wat uitgesteld. Met name de dagfondduiven brengen namelijk momenteel een laatste ronde jongen van de kwekers groot voor de verkoop. Bij de dagfond zijn dat vrijwel allemaal blauwen, bij de overnachters is het een kleurrijk geheel.

Vooral het aandeel rode en vale duiven wordt steeds groter op mijn hok. Dat is te danken aan de duiven van de combinatie Rekker-Westra en van kweekdoffer De Bever. Die laatste is helaas niet meer op ons hok, maar ook dit jaar heb ik er nog 2 jongen van overgehouden. Enkele ingeteelde laatjes worden ook nog gereserveerd voor het kweekhok.

Uit halfbroer x halfzus uit de Bever. Wordt dit De Bever 2.0 ?

Afsluitend kan ik terugkijken op een enerverend vliegseizoen. Tegenvaller was wel het presteren van de dagfondploeg. Ik vind dat hok in vergelijking met het hok voor de overnachters wel wat te donker en  wellicht te open. Daar wil ik de komende winter verandering in brengen.              

 Niet alleen ik, maar ook mijn broer Gerard heeft dit jaar flink aan de weg getimmerd op de marathonvluchten. Beiden staan we in onze Afdeling 8 en in de Noordelijke Unie bij de kampioenen. “Die Gebroeders Kok doen het goed,” werd afgelopen zomer wel eens gezegd. Wat wil je ook als je uit een echt duivenhoudersnest komt! Mijn vader Jaap en zijn broers Jennes en Derk hielden rond de Tweede Wereldoorlog al duiven en niet onverdienstelijk.