ALS HET NIET KAN ZOALS HET MOET, MOET HET MAAR ZOALS HET KAN.

Dit motto  speelde mij dit jaar vaak door het hoofd, als ik nadacht over hoe de duivensport in elkaar zit.  Jarenlang had ik de kwekers van mijn vader onder mijn hoede en dat bracht ook mooie resultaten: Door mij samengestelde koppels zorgden  voor een leuk aantal Teletekstduiven. Maar nu ik start met een Teletekstplek, vind ik het erg mooi, dat het om een duivin gaat, die door mijn vader uit zijn vliegduiven is gekweekt.

In 2022 ben ik gescheiden. Na een heftige periode ging ik weer denken over en bouwen  aan de toekomst. Pa had al vaker aangegeven dat  twee disciplines spelen – dagfond én overnachtfond – hem te veel werd.   Bij mij groeide het verlangen om zelf weer deel te nemen aan de wedvluchten. En zo kwam ik in het najaar van 2023 op het idee om dagfond en overnacht te gaan splitsen:

Pa alle dagfondduiven ( kweek- én vliegduiven) en ik alle overnachters            (ook: kweek- én vliegduiven). Dit zou Pa meer rust geven  en ik zou dan ook van eigen adres kunnen spelen.

In 2024 startte ik dan vol enthousiasme met 45 jongen. Ik had ze goed afgericht en flink ingespeeld, maar zoals bij  velen gingen er ook verloren.

Na een wat teleurstellende Bergerac 2024 bij Pa, plaatste ik de 2 overgebleven driejarige  vliegduiven en  11 tweejarige op mijn hok in Kampen. Door vakantie kwam het er op dat moment niet van om ze snel los te laten. Bij terugkomst van vakantie hadden de meeste een nestje en werden deze duiven binnen 3 dagen overgewend.  Aangevuld met mijn overgebleven jongen kon ik met 17 koppels vliegduiven starten.

Er volgde een voorjaar met veel wind tegen maar de duiven kwamen goed en naar tevredenheid naar huis.  Tien duiven werden klaar gemaakt voor Ruffec.  Acht tweejarigen en twee jaarlingen die gekoppeld stonden aan tweejarige.   De meeste hadden een neststand van 10 a 12 dagen broeden.

Toen het zover was, bleken de weersvoorspellingen slecht en al snel leek lossen op Pinksterzondag de beste optie.  Dit gebeurde ook; om 15.00 uur begon de terugreis. De voorspelde windrichting zou vermoedelijk nachtvliegers geven en alles leek erop dat het een onrustige nacht zou worden.   Ik was van plan om op de bank in de overkapping te gaan liggen/slapen maar hier was zo veel omgevingsgeluid dat slapen niet te doen was.  Dus ben ik maar met kleren aan op bed  gaan liggen. Het raam bleef open. Op 6 meterafstand van de  valklep moest dit lukken. Rond half 1 moet ik in slaap zijn gevallen en rond 2 uur werd ik weer wakker.

Bij raadpleging van Compuclub bleek dat er in Utrecht al duiven waren,   dus was ik weer snel uit bed. Ik ging eerst vrij rustig aan de koffie, maar er kwam toch een onrust over me. Daarom ben ik eerst naar de Groenendael gereden want dierenarts Nanne Wolf constateerde een week eerder, dat ze er mooi op  stonden. “Laat je pa er maar uit gaan als  nachtvliegers te verwachten zijn, want dan kunnen die oudere duiven doorschieten naar het hok van je vader aan de Groenendael”.

Nu zaten pa en ma lekker op de camping dus ben ikzelf even heen en weer gereden om de situatie te controleren. Voor de zekerheid heb ik ook de vlag uitgestoken, die mijn pa hanteert bij het trainen. Om kwart voor 4 ging ik nog eens kijken, voordat het echt licht zou worden, maar daar zat nog steeds niets.

Terug thuis liep ik achterom en zag ik een schim op het dak van het huis zitten. Ik floot en riep en na een eerste mislukte landing was het bij de tweede poging wel raak: Een tweejarig overgewend duivinnetje viel op de klep !  In alle spanning wist ik toch nog een filmpje te maken.                            En ja hoor: Al gauw bleek dat ik in de kop van de meldlijst van onze afdeling stond.  Wie had dat durven dromen !!! Mijn debuut op de marathon had niet beter gekund. Dus vanaf nu zal deze dame door het leven gaan als de Debutante !!  

Matthijs Kok

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *